Een fragment uit Letterbrij, mijn verhaal in de bundel ’25 obsessies’.
Zijn nieuwe bezigheid op zondag, was een bijbaan als gigolo, dé mogelijkheid om veel vrouwen in korte tijd te ontmoeten. Als hij zijn B- tot en met G-vrouwen had ontmoet, kon hij stoppen met dit baantje. Misschien kon hij dan op zondag, als gelukszoeker, samen met zijn G-vriendin gaan genieten van zijn vrije dag.
Die dinsdag stelde hij zijn nieuwe liefde Bea aan Annamaria voor. Misschien had hij haar niet zijn nieuwe liefde moeten noemen, want Annamaria ging compleet door het lint.
‘Wat denk je, Alfons? Dat ik je met anderen ga delen? Met wie kom je morgen op de proppen? Corry?’
‘Nou, eigenlijk dacht ik aan Cynthia, van de… ‘
Ze liet hem niet uitpraten. Briesend stampvoette ze naar buiten en ze sneerde: ‘Ik dacht dat ik wat voor je betekende. Ik ben blijkbaar tegenwoordig niets meer of minder dan je maandagvrouw.’
De deur sloeg achter Annamaria dicht en Bea keek hem vertwijfeld aan: ‘Alfons? Je heet toch Barry? Wat is die Annamaria van jou? En wie is Cynthia? ’
VIJFENTWINTIG schrijvers geven in deze verhalenbundel een gezicht aan het beklemmende gevecht dat een obsessie met zich meebrengt. De hoofdpersonen worstelen met de gevolgen van een gedachte of overtuiging die tot een handelen leidt waaraan niet lijkt te ontkomen. Het is vechten of verzuipen.
Letterbrij gaat over Alphons, een man met een obsessie voor de letter ‘A’. Wordt Alphons gelukkiger als hij zijn A-wereld uitbreid met een aantal andere letters?
Nieuwsgierig hoe dit afloopt? Klik om het boek te bestellen!