Ik ben slecht in netwerken. Of laat ik het zo stellen: ik hou er niet van mezelf in de etalage te zetten. Of in mijn eentje naar een netwerkborrel gaan. Of iemand voor acquisitie te bellen. Hé, ik ben een schrijver hoor, geen beller!
Netwerktips
Het is heus niet zo dat ik heel verlegen ben. Ik betrap mezelf er regelmatig op ‘het hoogste woord’ te hebben. Maar om nou een ‘pitch’ te houden óver mezelf? Verschrikkelijk! Waarom zijn netwerkbijeenkomsten voor mij zo’n crime? Voor mijn bankrekening zou het beter zijn als ik mijn gezicht zo hier en daar eens laat zien. Dus zocht ik naar netwerktips. Ik vond tips voor mensen die niet van netwerken houden. Tips voor mij dus.
Je doel bepalen én luisteren
Als eerste tip lees ik: ‘Zoek een event dat bij je past’. Dat lijkt eenvoudig, maar hoe weet je dat nu vooraf? Tip twee is dat je moet bedenken wat je doel is. Dat lijkt mij duidelijk: nieuwe opdrachten scoren. De volgende tip zegt dat je je moet voorbereiden. Hoe? Mensen vooraf opzoeken, zodat je op de hoogte bent van de laatste roddels? Tip vier is luister. Dat kan ik best. Sterker nog: ik ben een fervent theaterganger, ik doe niet anders dan luisteren. Om tip vijf moet ik hard lachen. ‘Je hoeft niet veel mensen te spreken.’ Nee, daar ben ik goed in! Als ik ergens sta, blijf ik daar en praat ik met degene die naast me staat. Wandelen, dat doen we wel weer buiten!
Indruk maken
We gaan verder met tip zes. Ik lees dat ik indruk moet maken. Een knalrode jurk aan? Een opvallende hoed dragen? Of gewoon onderuitgaan in een volle zaal? Moet te doen zijn. De laatste tip vertelt dat er meer mensen zijn die minder netwerkgeschikt zijn. Gelukkig! Ik ben niet alleen! Maar dan heb ik alweer spijt dat ik doorgelezen heb. ‘Is netwerken écht noodzakelijk?’ Eh. Nee.
Of toch?