Snuffelen naar nieuwe dingen, spulletjes verzamelen en hamsteren: het schijnt te zorgen voor een reeks aan geluksmomenten. En dat terwijl we niet anders lezen dan dat we moeten ontspullen. Hoe kunnen we ons ontdoen van zoveel mogelijk rommel en ons toch gelukkig voelen?
Obsessie
Blijkbaar door te ordenen. Heb je weleens dat tv-programma gezien waarin mensen zoveel spullen verzameld hebben, dat ze bijvoorbeeld niet eens meer op een stoel kunnen zitten? Die is namelijk ondergesneeuwd met spullen. Of erger nog: dat ze alleen nog bij hun bed kunnen komen als ze eerst een kruip-door-sluip-doorroute door hun woning volgen? Die mensen zijn de structuur compleet kwijt. Ontspullen voelt voor hen als amputeren en mensen die oprecht willen helpen worden argwanend aangekeken of zelfs bejegend.
Uitdaging aangaan
Ik schreef laatst al eens dat ik onrustig wordt van rommel. Misschien is dat dan weer een andere obsessie. Ik wil graag dat het er ordelijk uitziet in mijn huis. Tot op zekere hoogte. Wat niet in het zicht ligt, ligt mij er prima, als het me maar niet in de weg ligt. Mijn geluksmomenten liggen dus niet in het hamsteren, maar in het ordenen. Onlangs zag ik een leuke challenge voorbijkomen. Elke dag iets weggooien of wegdoen. Dag 1 een ding, dag 2 twee dingen, etc. Na dertig dagen heb je jezelf volgens deze uitdaging ontdaan van maar liefst vierhonderdvijfenzestig ‘dingen’. Ga ik hieraan meedoen? Misschien moet ik toch eens ‘uit het zicht’ op jacht gaan naar ‘rommel’. Wie doet er mee?
Ik word er vast héél gelukkig van.
Foto: Margot Hoogenboom