En toen was ik toch ineens ontpopt tot vlinder. En terwijl ik in mijn blog Fladderen nog zei dat ik voor altijd rups bleef. Vanwaar de ommekeer? Simpel: je hebt er geen invloed op!
In Fladderen benoemde ik ook de metaforen. En die kunnen heel ver gaan. Zo las ik over een vrouw die heel voorzichtig met een schaar ‘haar’ cocon open knipte, waarmee ze de vlinder in haarzelf bevrijdde uit een krap omhulsel. Als ik eerlijk ben: er gaat bij mij iets kriebelen. En dat bedoel ik niet positief.
Transformatie
Met een schaar een cocon doorknippen heeft sowieso niet veel nut: de worsteling die nodig is om je te bevrijden is functioneel. Transformeren doe je in je eigen tempo, daar heb je geen hulp bij nodig. En ik voel me misschien een rups in mijn cocon, ik fladder ook graag de wereld in. Is er een hoopvol stadium na het vlinder zijn, of houdt het hier op?
Schijn
Het mooie van de metafoor is: niet alle ‘rupsen’ ontpoppen tegelijkertijd. En als een rups ontpopt is, hoeft hij niet voor altijd vlinder te zijn. Het is namelijk maar een metafoor, het is niet echt! Dan beroep ik me hierbij op een tussentijds stadium. Mag ik fladderen en dan weer heerlijk mijn cocon in?
Mag ik rups én vlinder zijn?
Kijktip: heb je het filmpje van het ontpoppen al gezien in Fladderen?