‘Leuker wordt het niet,’ zei de gids met een verbeten lachje.
Janneke wilde niet direct toegeven, maar deze tocht viel haar zwaar tegen. “Spot de Big 5” had ze op aanplakbiljetten door de stad zien hangen. Wat ze nu gezien had, was een ree. Maar die zag ze met regelmaat, als ze jogde in het gebied rond de Waterleidingduinen in de buurt van haar huis. Voor die ‘grote vijf‘ was ze speciaal naar het Klaverpark gereden, toch een ommetje. ‘En dat everzwijn dan?’ vroeg ze voorzichtig.
‘Dat ben ik.’ De gids liet een bulderende lach horen.
Dat kun je wel zeggen, dacht ze. Het was maar net aan dat ze het niet hardop zei. ‘Ik kom hier voor een vier uur durende safari en alles wat ik zie is een fucking ree?’
‘Nou, nou,’ de gids keek haar afkeurend aan. ‘Hou je taal in, wil je? Ik heb nu eenmaal niet in de hand wie zich laat zien. Wees blij dat de zeehond niet in ons rijtje thuishoort, die vind je sowieso niet in het Klaverpark.’
Janneke was blij dat het erop zat, ze ging naar huis. Mokkend verwisselde ze haar schoenen, terwijl ze in de auto wilde stappen.
‘Ik heb nog koffie, hoor.’ Hij pakte een thermosflesje uit zijn rugzak en schonk twee bekers in.
‘Linksom of rechtsom, ik had wel meer animo verwacht. De hele stad hangt vol met posters. Waar is iedereen?’
‘Ook dat heb ik niet in de hand, lief.’
Waarom noemde die man haar ineens lief? Ze keek om zich heen, hopend dat er iemand anders in de buurt was, waar hij dat tegen zei.
‘Mensen hebben het allemaal druk tegenwoordig,’ vervolgde de gids. ‘Die gaan niet meer op avontuur. Hooguit als de zon schijnt, maar niet als het zo druilerig is als vandaag.’
Het was het eerste verstandige wat de man vandaag zei.
‘Daar heeft u een punt,’ gaf ze toe.
‘Ik ben blij dat jij de moeite nam.’ Hij pakte haar bij haar arm en gaf er een vriendschappelijk kneepje in.
Ze gruwde, trok haar arm terug en zei: ‘Tja, we blijven allemaal maar wat graag binnen de gebaande paden.’
‘Ik niet hoor, ik duik regelmatig de struiken in,’ met pretoogjes keek hij haar aan.
Ze was er klaar mee. Het was inderdaad een everzwijn. Het laatste restje koffie goot ze in haar keel en ze gaf hem het bekertje terug. ‘Tot ziens, meneer,’ mompelde ze. Dat meende ze niet, ze hoopte deze man nooit meer te zien.
Net toen ze hem een hand wilde geven, werd de man gelanceerd. Een everzwijn stond op het pad, gevaarlijk naar hem grommend.
Ze stapte snel in, sloot snel de autodeur en startte de motor. ‘Kijk aan, daar heb je je broer,’ mompelde ze. ‘Tot nooit, meneer!’
De Big 5, in Nederland iets anders dan in de rest van de wereld. De meest wilde dieren die we hier tegenkomen zijn edelhert-wildzwijn-ree-das-vos, hoewel sommigen in het rijtje das en vos vervangen voor bever en zeehond. 3 maart was het World Wildlife Day.

Het gebeurde in het Klaverpark, elke week een kort verhaal over hét leidmotief in elk van Alice’ verhalen. Geïnspireerd op een blog over het thema Natuur tijdens Boekenweek 2018. Zonder Klaverpark geen verhaal…