‘Meneer!’ Onder misschien wel de grootste boom in het Klaverpark riep een meisje met haar hand om haar mond naar boven. ‘Meneer!’
Wilma liep naar haar toe en vroeg wat ze aan het doen was.
‘Kijk,’ zei ze verwonderd, ‘er zit een man in de boom.’
Verbaasd keek ze omhoog en warempel, helemaal bovenin, minstens vijf meter hoog, zag Wilma een man zitten.
‘Meneer, hier beneden, hier ben ik.’ De man hoorde haar niet, of hij deed net of hij haar niet hoorde.
Wilma begon ook te roepen, zonder resultaat. Ze keek het meisje aan en zei: ‘Weet je wat, ik tel van vijf tot nul en bij nul roepen we samen.’
Ze knikte en samen riepen ze op hun hardst: ‘Menéhéér!’
Verschrikt keek de man naar beneden, bijna was hij uit balans. ‘Ga weg,’ schreeuwde hij, ‘laat me met rust.’
Het meisje keek haar aan, haalde haar schouders op en huppelde weg.
Verbaasd keek ze haar na, haar gehoorzaamheid én zijn boosheid verbluften haar. Kon ze die man hier nu zomaar laten zitten? Moest ze de politie niet bellen, of de brandweer? Ze nam een besluit, stel dat hij eruit viel. Dan had ze op haar geweten dat ze er niets aan gedaan had. Wilma zette haar handen weer om haar mond en riep: ‘Meneer, kan ik echt niets voor u doen?’
Zonder naar beneden te kijken, riep hij: ‘Heeft u me soms niet gehoord? Laat me met rust, láát me.’
Nee, dacht ze, ik laat u niet. Ze nam plaats op het bankje onder de boom en praatte verder. ‘Zal ik koffie voor u halen? U heeft misschien wel dorst. Of thee, misschien houdt u meer van thee?’
De man deed weer net of hij haar niet hoorde.
‘Meneer, een broodje misschien? Een appel, hier, ik heb nog een appel in mijn tas.’ Ze rommelde wat in haar tas en toverde een appel tevoorschijn.
De man bleef bewegingloos voor zich uit staren.
‘Ik kan best iemand voor u bellen, uw werk? Moet ik iemand waarschuwen? Uw vrouw?’
Zou ze onder normale omstandigheden met deze man praten? Waarschijnlijk niet. Maar deze omstandigheden waren niet normaal. Ze vertelde de man over de kapper. Dat ze daar naartoe onderweg was. ‘Ik wil mijn haar kort laten knippen, of lang laten, daar ben ik nog niet over uit. Wat vindt u, meneer?’
Geen krimp van de man.
Ze praatte rustig verder. ‘Gisteren een lekkere salade gegeten. Mijn kinderen vonden er niets aan. Een salade met vis. Misschien vinden kinderen vis gewoon niet lekker? Ja, kibbeling op brood … Wilt u echt geen boterham? Of die appel?’ Ze pakte het weer uit haar tas en nam een hap. ‘Hij smaakt goed hoor, u weet niet wat u mist’ riep ze.
Wilma keek weer omhoog en ineens kwam er reactie. De man gluurde haar, tussen de bladeren en takken door, aan. Glimlachte hij? Het was moeilijk te zien, hij zat zo hoog.
‘Hé, die appel was voor mij, toch?’
Triomfantelijk keek ze omhoog. ‘Dat is waar,’ riep ze, ‘u mag de rest. Moet u wel eerst naar beneden komen, ik kom hem niet brengen.’
‘Waarom niet?’ riep de man, ‘probeer het, klim ook in de boom.’
Even bleef ze bedachtzaam zitten. Ze zat hier al haar afspraak bij de kapper te verknoeien, moest ze zich nu ook nog kleerscheuren op haar hals halen en een boom in klimmen?
‘Wat heb je te verliezen,’ riep de man.
Een minuut of vijf later was ze door zijn aanwijzingen boven. De man keek haar wat langer aan en zei: ‘Lang laten.’
Wilma gaf hem de appel en keek om zich heen. Op welke tak kon ze het best gaan zitten?
De man nam een hap en glimlachte tevreden. Hij knikte naar een dikke tak rechts van hem.
Eigenlijk wel relaxt, zo boven de wereld zitten. Vanuit haar tas klonk gerinkel. Ze diepte haar mobiele telefoon op en zette hem uit, zonder te kijken wie er belde. Misschien wilde ze wel nooit meer uit die boom, nooit meer naar de kapper, naar kinderen die haar eten vies vonden, naar haar werk.
Ze zwegen, staarden en lieten de wereld de wereld, tot ze iemand onder de boom hoorden.
‘Hallo, jullie daar,’ riep het meisje.
Tegelijkertijd schreeuwden ze ongeduldig: ‘Ga weg. Lààt ons.’
Vandaag is het 13 maart: Boomfeestdag. Onder het motto ‘Maak ’t buiten beter’ worden elk jaar tal van bomen geplant door basisschoolkinderen. En op een dag, kun je erin klimmen…

Het gebeurde in het Klaverpark, elke week een kort verhaal over hét leidmotief in elk van Alice’ verhalen. Geïnspireerd op een blog over het thema Natuur tijdens Boekenweek 2018. Zonder Klaverpark geen verhaal…