KP15 | Een lekker ding

Tot volgende week maar weer,’ ze keek de jongen na die ze elke week op dezelfde plek tegenkwam. Toeval? Bestaat niet, zei haar moeder altijd. Hoewel, dat zei ze vroeger, toen ze nog bij de tijd was. Nu zat ze wat onderuitgezakt in de rolstoel en had ze nergens een mening meer over. Tenminste, bijna nergens over.
‘Dank u wel mevrouw,’ had ze die middag gezegd. ‘Hebben wij elkaar al eens ontmoet? Ik ben Hanneke.’
‘Ursula,’ had ze zichzelf voorgesteld.
‘Ursula? Mooie naam!’
Ook dat was een ritueel. Ja, allicht: je hebt hem zelf bedacht, mam. Vroeger verbeterde ze haar moeder, maar daar was ze mee gestopt. ‘Aangenaam,’ zei ze er dus maar vaak achteraan.
‘Dat vind ik nou ook,’ zei haar moeder dan.
Ze keek de jongen nog even na. Nog even en hij was de bocht om. Die kont in die strakke spijkerbroek. Ursula zuchtte. Ze moest weer een week wachten, tot ze dit weer kon aanschouwen.
‘Mam?’ vroeg ze voorzichtig. ‘Zit u lekker?’
‘Noem mij toch Hanneke,’ zei haar moeder resoluut. ‘Je moet niet iedereen zomaar mam noemen, meisje, we hebben elkaar net ontmoet.’
Een traan rolde voorzichtig haar hals in. Kon ze nog maar eens een goed gesprek met haar moeder hebben. Over hoe ze haar vader ontmoet had bijvoorbeeld, daar kon ze altijd met zoveel liefde over vertellen.
Ineens leek haar moeder een helder moment te hebben. ‘Zag je die jongen net? Goed gelukt. Een mooie jongen hoor. Lijkt op je vader, in zijn jonge jaren.’
‘O ja, mam. Was pap ook zo’n stuk?’
‘Nou zeker,’ zei ze resoluut. ‘Een lekker ding.’
Ze grinnikte. Heerlijk, als haar moeder zo sprak. ‘Wat denk je mam, is het wat voor me? Ik moet immers nodig aan de man.’
‘Zeker, Urs.’
Niemand noemde haar Urs, behalve haar moeder.
‘Hoe oud ben je nu, veertig?’
‘Tweeëndertig, mam, dank je wel,’ ze deed alsof ze geërgerd zuchtte.
‘Waarom ga je niet achter hem aan?’
Resoluut keerde ze de rolstoel om. Kon ze gaan rennen? Of viel haar moeder dan uit die stoel? Zo snel als verantwoord was ging ze richting de uitgang van het Klaverpark. Nog voor ze de hoek om was, merkte ze dat ze op tijd was. Ze hoorde hem aan voorbijgangers vragen of iemand soms zijn fietssleutel had gevonden. Als in een flits zag ze iets glimmen in de struiken.
‘Jij?’ vroeg hij verbaasd, toen ze hem de gevonden waar toestak. ‘Wat een toeval! Hoe kan ik je bedanken? Iets te doen vanavond?’
‘Toeval?’ glimlachte ze. ‘Toeval bestaat niet.’



Klaverpark

Het gebeurde in het Klaverpark, elke week een kort verhaal over hét leidmotief in elk van Alice’ verhalen. Geïnspireerd op een blog over het thema Natuur tijdens Boekenweek 2018. Zonder Klaverpark geen verhaal…

Lees ze allemaal!

 

Maak een website of blog op WordPress.com

Ontdek meer van Alice

Als eerste nieuws ontvangen uit In Woordenland? Schrijf je dan in en ontvang de updates in je mailbox.