Vandaag leek ze in een andere wereld. Wat was er aan de hand? Geen enkele file op de Nederlandse snelwegen, had ze dat eerder meegemaakt? Elke werkdag snoof ze genoegzaam bij het filenieuws op de radio. Haar hadden ze niet, zij ging gewoon op de fiets naar haar werk. Maar vandaag was íedereen op de fiets. Tenminste: zo leek het.
Zigzaggend wist ze zichzelf door de menigte te manoeuvreren. Waar kwamen al die mensen vandaan? Ze besloot een klein ommetje te doen en via het Klaverpark te fietsen. Daar was het vast niet zo druk. Kon ze tenminste genieten van de rust en intussen ook nog de gezonde lucht opsnuiven.
Nog voor ze het park in fietste, hoorde ze iemand roepen.
‘Quinty! Quinty!’
Riep iemand haar? Niet de hele wereld heette Quinty, dus grote kans dat zij bedoeld werd. Ze draaide zich om en belandde met fiets en al op het pad. Precies een kuiltje, waar ze net haar wiel instak. Niet dat ze dat direct doorhad, eerst zag ze een soort van sterretjes. Wazig kwam er iemand in haar gezichtsveld, die haar een helpende hand toestak. Hij trok eerst de fiets van haar af en toen haar overeind.
‘Gaat het?’ vroeg de stem verontrust.
‘Ja, ja. Prima,’ wist ze uit te brengen.
‘Sorry dat ik je liet schrikken. Ik ben het. Ken je me nog?’
Quinty moest even scherpstellen, maar voor ze na kon denken, had hij haar al uit haar lijden verlost.
‘Quint, van de basisschool. Van het magische duo Quinty en Quint, weet je nog?’
Ineens kwamen allerlei herinneringen boven. Over hoe ze samen de boel op stelten zetten en hoeveel plezier ze hadden, zes jaar lang. Hoe kon het dat ze nooit meer aan hem gedacht had? ‘Quint!’ riep ze verrast. ‘Waar kom jij vandaan?’
‘Van links,’ hij grinnikte. ‘Maar dat bedoel je vast niet. Ik fiets hier elke dag. Jij niet, volgens mij, anders had ik je vast al eerder gezien.’
‘Klopt, ik ben op de vlucht. Voor het fileleed op de fietspaden. Maar dat nam ik iets te letterlijk.’ Ze wreef over een pijnlijke elleboog.
‘Fileleed op de fietspaden, daar moet je me meer over vertellen. Tijd voor koffie?’
‘Ik moet eigenlijk naar mijn werk. Maar ik geloof dat ik tijd máák. Zo leuk, wat hebben we elkaar lang niet gezien!’
Keuvelend gingen ze het paviljoen in het Klaverpark binnen. Voor ze het in de gaten had, was er een uur voorbij. ‘O jee,’ stamelde ze. ‘Ik kom natuurlijk niet meer weg met de smoes dat ik in de file stond.’
Quint lachte en zei dat er anders wel een file stond, op bijna alle fietspaden in Nederland. ‘Ja,’ zei hij, ‘dat hoorde ik net iemand vertellen.’
Toen ze hem een stomp gaf, stelde hij voor dat ze morgen wat eerder begon.
‘Je hebt gelijk,’ zei ze terwijl ze voor hen beiden ondeugend nog koffie bestelde. ‘Morgen wel weer vroeg uit de veren.’
23 mei is het Nationale Fiets naar je Werk Dag. Uiteraard kun je ook dwars door het park naar je werk fietsen. Door het Klaverpark bijvoorbeeld. Let op de kuilen!

Het gebeurde in het Klaverpark, elke week een kort verhaal over hét leidmotief in elk van Alice’ verhalen. Geïnspireerd op een blog over het thema Natuur tijdens Boekenweek 2018. Zonder Klaverpark geen verhaal…