Ze voelt zich oppermachtig. Ziet er goed uit, is in het Klaverpark met leuke mensen en heeft bier. Ze neemt kleine slokjes en vindt het smerig, niemand die dat merkt.
Thijs springt het podium op, ze hoort meiden gillen en schreeuwen.
Merel houdt zich in. Stoer zijn. In haar buik voelt ze een vreemde trilling. Dan voelt Merel een arm om haar heen. Stiekem gluurt ze opzij. Is het Bas? Tevreden laat ze zich tegen de jongen aan leunen, het is hem.
De druk van zijn arm verstevigt. Zijn hoofd is dichtbij. Zijn mond ook.
Merel voelt de spanning overal. Dit is de avond van haar leven. Ze is bij een optreden van Twils en Bas vindt haar leuk. Hij fluistert iets in haar oor. Ze kan het niet verstaan. Ze draait zich naar hem om, wil hem duidelijk maken dat het te rumoerig is, als ze zijn lippen op haar mond voelt. Eerst schrikt ze, dan beantwoordt ze zijn kus. Sarah danst naast haar, in trance van de muziek. Die heeft niet eens door dat ik net stond te zoenen, denkt Merel. Triomfantelijk stoot ze Sarah aan, intussen draait ze haar hoofd weer naar Bas. Hij glimlacht naar haar en geeft haar weer een zoen. Een kleintje.
‘Ik wil naar voren hoor, ga je mee?’ schreeuwt Sarah in haar oor.
Merel schudt haar hoofd, ze blijft bij Bas.
‘Wie wil er mee naar voren?’ schreeuwt Sarah tegen de rest.
‘Ik,’ zegt Coen.
Merel knipoogt naar Sarah. Zie je wel, Coen en Sarah, dat wordt ook wat. Zacht zingt Merel mee met Thijs. In haar eigen wereld, in gedachten verzonken. Slapen doen we morgen weer. Ze kruipt dichter tegen Bas aan.
Een harde klap maakt een eind aan het fijne moment. Eerst heeft ze niet door wat er gebeurt, ze hoort schreeuwen, krijsen. De lichten doven. Iemand trekt aan haar arm, is het Bas? Hij sleurt haar mee de menigte uit. Mensen rennen alle kanten op, iedereen is in paniek. Merel weet een moment niet waar ze is. Bas pakt haar hand stevig vast en probeert haar verder bij alles vandaan te trekken. Ze rennen een tijdje, tot het om hen heen wat rustiger is.
‘Wat gebeurt er?’ schreeuwt ze tegen Bas.
Bas haalt zijn schouders op.
‘Kijk dan!’ Merel wijst naar het podium. De stelling waar de verlichting aan hing is naar beneden gedenderd, het scherm naast het podium is uiteengespat en de boxen staan in brand. Merel voelt dat ze trilt van angst. Wat is hier aan de hand?
Bas staart haar verdwaasd aan. ‘Het lijkt wel of…’
Merel maakt zijn zin af: ‘…er een bom ontploft is.’
Bas pakt Merel vast, ze voelt dat ze langzaam tot rust komt. Dan ineens trekt Merel zich los.
‘Waar is Sarah?’ schreeuwt ze. ‘Sarah!’ Merel brengt het met moeite uit. Ze probeert haar mobiel uit haar broek-zak te vissen. Het gaat moeizaam, de korte broek is wat strak en haar hand graait zenuwachtig naar de telefoon. Snel zoekt ze het nummer van Sarah op. Normaal ge-sproken kan ze het dromen, weet ze precies met welke toetsen ze haar vriendin belt. Nu is ze alle logica kwijt.
Een scène uit ‘Slapen doen we morgen weer’, omdat het tijd is voor de concerten in het Klaverpark. 29 juni is Parkpop Saturdaynight, voorheen Night at the Park. 30 juni is het Parkpop.

Het gebeurde in het Klaverpark, elke week een kort verhaal over hét leidmotief in elk van Alice’ verhalen. Geïnspireerd op een blog over het thema Natuur tijdens Boekenweek 2018. Zonder Klaverpark geen verhaal…