KP30 | Welkom

Tegen de gevel leunde een speelgoedtractor. Er ontbrak een wiel en op de zitting had mos zich een plek weten te bemachtigen. Hoe lang stond dit ding er al? Wie had er voor het laatst mee gespeeld? Erika liep erlangs, drukte op de bel en wachtte geduldig een aantal seconden af. Om haar heen kijkend nam ze nog meer van de omgeving in zich op. Een statige eikenboom bepaalde haar uitzicht. De lange oprijlaan, die ze door die brede boom net kon ontwaren, was ogenschijnlijk al jaren niet onderhouden. Op het met gras overgroeide pad had ze zojuist maar net de weg naar de voordeur gevonden. Kwam hier nog weleens iemand? Erika drukte nogmaals op de bel, van plan om gewoon naar binnen te gaan als er weer niet gereageerd werd. Ze deed een stap zijwaarts en gluurde door het raam. Geen beweging te zien. Voorzichtig voelde ze aan de deurklink. Het gaf mee. ‘Volk!’ riep ze de gang in. Uit beleefdheid bleef ze even staan voor ze verder het huis inging. Toen er geen reactie kwam, liep ze verder. De vloer kraakte vervaarlijk onder haar voeten. Erika liep de lange gang door. Aan het einde was een deur, die ze voorzichtig opendeed. ‘Is daar iemand?’ Zonnestralen verblinden haar zicht even, maar toen ze aan de lichtbundel gewend was, zag Erika een ruimte die ooit dienst moest hebben gedaan als het middelpunt van de woning; de keuken. Ze liep naar de tafel, waar acht stoelen omheen stonden. Berekend op een groot gezin. Op de tafel lag een vergeelde opengeslagen krant. Ze focuste om de datum te zien. 7 juli 1998. Was hier werkelijk al meer dan twintig jaar niemand geweest? Ze keek om zich heen. De keuken zag eruit alsof straks mensen kwamen voor het diner. Op het aanrecht stonden de pannen klaar. Uit nieuwsgierigheid trok ze de koelkast open. Een muffe geur drong haar neus in. Snel deed ze hem weer dicht, hier viel niks te halen. Haar nieuwsgierigheid won het van haar fatsoen terwijl ze ruimte voor ruimte inspecteerde. Erika’s schoenen lieten in elke kamer stoffige voetstappen na. Op weg naar boven zag ze net op tijd dat er een traptree miste. Ze stapte er overheen en vervolgde haar weg. Het hele huis leek nogal overhaast verlaten. Op stoelen in slaapkamers lagen kledingstukken te verstoffen en in elke badkamer zag ze tandenborstels die direct bruikbaar waren. Hoewel, het idee alleen al. Een tandenborstel van twintig jaar oud, zou die nog functioneren? Zat ze hier wel goed? Waarom was ze door de redactie hier op afgestuurd? Ze klopte een stoel af en nam plaats. Tijd om de opdracht nog eens goed door te nemen. Op haar gemak scrolde ze door de met zorg gearchiveerde mailtjes. “Goedemorgen Erika, ik heb een interview voor je gepland op woensdag 24 juli, 11.00 uur bij Klaverlaan 12, om de hoek van de ingang naar het Klaverpark. Je moet je melden bij de poort en zeggen dat je voor het artikel in Lokalo komt. Ze weten ervan.” Melden bij de poort, stond er. Wat bezielde haar? Ze was er net zo langs gewandeld. Erika keek naar de tijd. Tien over elf. Met een goede smoes kon ze nog aankomen. Weg kwijt, brug open, een overstekend schaap. Ze liep de oprijlaan weer af richting de poort. Ze zag dat ze wel degelijk goed zat, drukte op de bel die pontificaal op de poort bevestigd was. Hoe – in godsnaam – had ze die net gemist? De bel zoemde. Een lage stem zei: ‘Hallo Erika. Ben je daar eindelijk?
Dit is een herschreven versie van een verhaal over een verlaten landhuis dat ik schreef voor een verhalencursus. Uiteraard is ook in het Klaverpark zo’n huis te vinden.

Klaverpark
Het gebeurde in het Klaverpark, elke week een kort verhaal over hét leidmotief in elk van Alice’ verhalen. Geïnspireerd op een blog over het thema Natuur tijdens Boekenweek 2018. Zonder Klaverpark geen verhaal… Lees ze allemaal!

Gepubliceerd door Alice Bakker

Freelance inzetbaar als tekstschrijver voor blog, nieuwsbrief en tekst, maar ook als (web)redacteur of corrector van jouw tekst.

%d bloggers liken dit: