Iemand is niemand
Een naam verzinnen, als moeder heb ik dat drie keer mogen doen. Schrijvers mogen dat aan de lopende band. Naamgeving is niet eenvoudig, ook niet als het ‘slechts’ om personages gaat. Je wil niemand uit je omgeving voor het hoofd stoten. Je wil dat de namen bij de karakters horen en goed bij hun achtergrond klinken. Je wil dat de naam bij de tijdgeest past en dat een betekenis van een naam een beetje aansluit.
A, B, C …
Schrijvers kunnen urenlang nadenken voor ze de juiste naam hebben voor een personage. Terecht, bij kinderen ga je ook niet over een nacht ijs. Een Miep is nu eenmaal geen Maria. Een Jan geen Huibert-Jan. In de toptien van motivaties van ouders staat vernoeming en klank hoog, maar ook wat bij henzelf past. Je geeft je kind nu eenmaal geen lelijke naam. Voor schrijvers geldt precies hetzelfde. Hoewel … een stom karakter mag best een afschuwelijke naam hebben. Je hoeft diegene toch niet hardop te roepen in de speeltuin. Om te voorkomen dat namen in mijn boeken te veel op elkaar lijken, kies ik voor mijn manuscripten voor elk personage een naam, beginnend met een letter die nog vrij is in mijn alfabetschema. Sommige personages veranderen een aantal keer van naam voor ik tevreden ben. De kunst is dan wel om dat overal te doen, ook op de plekken waar ik de naam afgekort of verkleind heb.
Hoe lang denk je na?
Je kunt je de vraag stellen of het nut heeft, zo moeilijk doen. Neem de personages in het boek ‘Het avontuur van iks & ei’ van Remco Campert. In dit boek zijn de hoofdrollen voor Iks, Ei, Zus en Zo. Hoe lang zal hij over díe namen hebben nagedacht? In zijn ‘Dagboek van een poes’ herhaalt hij dit trucje met Rok en Bril. Misschien moet ik er maar eens een voorbeeld aan nemen …
Wie is per slot iemand? Iemand is niemand. Geen personage.*
* uit ‘Het avontuur van iks & ei’