Skip to main content

Tag: Roman

Vergane Glorie

Dit verhaal is in 2012 gepubliceerd in de verhalenbundel Oude vrouwen en de geur van chrysanten. Deze bundel is niet meer te koop, dus krijg je het verhaal hier cadeau.

Uitgeverij Pamac, 978-9-49038-544-6 €14,95 

Disclaimer: mijn schrijfstijl is ook dertien jaar ouder geworden 😉


‘Vlegel, monster! Verschonen kun je.’ Met prikkende bewegingen steekt Jeanne in op Nico.
Nico schreeuwt het uit.
Tine gilt van schrik.
Karel is uit zijn stoel gesprongen en roept dat het niet eerlijk is.
Niet eerlijk? Engelina drukt haar pop nog dichter tegen zich aan.
Gerard roept om een dokter.
‘Mevrouw Stronk, geef hier dat mes, geef!’ Marijke probeert de verwarde oude vrouw te overmeesteren. ‘Help!’ Marijke roept zo hard ze kan, waar is Ursula nou ineens? Was de alarmknop nou maar niet stuk.
‘Help!’…

Huize Irina
‘Gatverdamme, wat is dit?’ Jeanne houdt een plastic champagnekoeler in de lucht met daarin een geelachtige substantie. Fier in het midden vier bruine stelen, bruin gerafeld blad en bloemkoppen waar nauwelijks een bloemblaadje af is.
‘Wie heeft er hier in gepiest? Niemand gaat hier weg. Jullie blijven tot ik weet wie de dader is.’ Strijdlustig zit Jeanne in haar stoel. Ze kijkt iedereen in de huiskamer één voor één strak aan. Geen van de aanwezigen geeft haar enige aandacht.
‘Jullie denken dat ik het niet meen, hè. Dat ik niet serieus ben. Ik ben wel degelijk serieus. Niemand gaat hier de deur uit. Kom op. Vertel. Wie heeft het gedaan?’

1965
Met klakkende hakken tiktakt Jeanne door de gangen van internaat ‘t Floorzicht. Haar dienst zit er nog niet op. Sterker nog, dat zit er nooit op. Haar inspectieronde van de slaapzalen is gaande. Met een aanwijsstok, overdag handig in de klas, opent ze één voor één de deuren. Iedereen slaapt. In slaapzaal drie is het raak. Ze heeft het in de gang al geroken. Pies. Jeanne heeft een bloedhekel aan stank. En in het bijzonder aan urinelucht. Elke nacht is er wel een misbaksel dat in zijn bed plast. Ze snuffelt aan de bedden tot ze de dader gevonden heeft. Bingo.
De aanwijsstok doet zijn dienst, ze tilt de lakens ermee op en priemt in de buik van de ‘dader.’ Met driftige prikken priemt ze de jongen uit zijn bed. Ze snelt naar de lichtknop en zet de hele zaal in de helle verlichting.
‘Verschonen,’ bromt ze hem toe, ‘en snel.’ De rest van de kamer is ook wakker. Jeanne geeft hun een snauw: ‘Slapen jullie.’ Een uur later is ze terug op haar eigen kamer. Er dienen nog wat proefwerken nagekeken te worden. Jeannes dienst zit er nooit op…

Huize Irina
Cora tikt bijna onopgemerkt op haar voorhoofd, gebarend naar Jeanne, ‘ze is gek.’ Engelina kijkt haar verschrikt aan, maak dat mens nou niet bozer dan nodig is. Tine wandelt zenuwachtig heen en weer. Word nou niet boos. Tine kan niet tegen boos zijn. Het hoofd van Nico zakt nog dieper op de zachte rand van zijn stoel. Hij slaapt. Ook Karel is niet onder de indruk van de tirade van Jeanne. Hij staart uit het raam naar de school aan de overkant van de straat. Speelkwartier. Zo te zien spelen ze tikkertje op het grote plein. Zijn ogen zoeken de dienstdoende pleinwacht. Zien ze nou niet dat het spel niet eerlijk verloopt?
‘Hé,’ Karel geeft een schreeuw, ‘let eens op!’
‘Kop houden, jij!’ Jeanne kijkt hem venijnig aan.

1965
Karel bukt, de stencilmachine is zo goed als klaar. Hij vergaart de papieren en maakt er met een ferme klap op de nietmachine werkboekjes van. Tafels, voor de tweede klas. Zachtjes hardop dreunt hij de rijtjes op, ‘1×1=1, 2×1=2, 3×1=3.’
‘Meneer Harms, meneer Harms,’ een jongetje van een jaar of acht staat aan zijn mouw te trekken. ‘Meneer, u moet even komen helpen. Ze doen het weer.’
Het stencilhok is verboden terrein voor de kinderen, maar voor dit jongetje maakt Karel een uitzondering. Hij laat zich meenemen naar het plein, het speelkwartier is net begonnen.
‘Jongens, pak er eens één van je eigen leeftijd!’ De jongens van de zesde klas kijken hem meewarig aan. Toch kiezen ze het hazenpad. Pesterig pakt hij één van de laatste restjes sneeuw van het schoolplein en gooit de jongens een bal na. Hij raakt ze niet, natuurlijk niet. Hij wil alleen maar indruk maken. De jongens stuiven gniffelend uiteen. Het jongetje trekt weer aan zijn mouw.
‘Bedankt, meneer Harms. Mag ik u weer halen als ze me pesten?’ De donkere blik in de ogen van het jongetje is ontroerend. Karel kan niet tegen onrecht. Sterker nog, hij verafschuwt onrecht.

Huize Irina
‘Kop houden? Moet ik mijn kop houden? Ik bepaal zelf wel wanneer ik mijn kop houd. Dat ga jij me niet vertellen.’
Jeanne steekt een priemende vinger naar hem uit. ‘Pas maar op, mannetje. Ik heb je in de gaten. Ik houd jou altijd in de gaten.’
‘Tsss.’ Karel draait zich om. Gek mens. Jeanne laat zich door hem niet wegjagen. Ze staat op en loopt naar hem toe.
‘Had jij nog wat? Ik zou me maar koest houden. Ik ken jouw soort.’
Tine schiet in de lach. Een onbedaarlijke lach klinkt door de kamer. De aandacht is verplaatst van Karel naar Tine. ‘Stil mens, je maakt hem nog wakker.’ Cora wijst naar Nico. Van het een op het andere moment is Tine weer stil. Ze kijkt naar Nico. Slaapkop. Even blijft ze staan, tot ze weer rusteloos heen en weer wandelt. Niet boos zijn allemaal, niet boos.

1965
Nico is in gedachten verzonken. Hij werkt alleen. Nico werkt graag alleen. Zijn werk leent zich enorm voor gedachten die met hem aan de haal gaan. De kwekerij die hij runt met zijn zwager Arie is klein, precies goed. Veredelen, stekken, verzorgen. Blij als een kind, wanneer de kas volstaat met bloeiende chrysanten in zijn favoriete kleuren. Gele Spiders, roze Delta’s en Horim, stralend wit. De eerste bloemen zijn altijd voor zijn zus. Vrijgezel Nico snijdt een volle bos voor Lea af. Tussen de middag wacht de warme prak bij Lea en Arie. Zijn zus is daar goed in.Met zijn armen vol bloemen loopt hij naar het woonhuis. In de bijkeuken pakt hij een flinke vaas. De rest laat hij aan Lea over. Zij weet als geen ander de prachtige bloemen te schikken. De kinderen van zijn zus zijn al uit school. Mooi. Boerenkool, heerlijk! Tevreden gaat hij aan tafel zitten en laat zich opscheppen.

Huize Irina
Jeanne heeft eerst niet door dat Nico slaapt, plotseling kijkt ze hem woedend aan. ‘Jij bent het hè, mannetje. Jou zie ik hier wel voor aan, viezerik.’ Jeanne staat met een ruk op en slaat met de plastic vaas tegen Nico’s hoofd. Een scheut stinkende substantie schiet op zijn schoot. Was eerder de lucht wat geconserveerd, door het verbreken van de stilte in de vaas, verspreidt de stank als een lopend vuurtje door de kamer.
Nico geeft een schreeuw van schrik. Jeanne heeft de aandacht. Of Nico. Iedereen in de kamer kijkt de twee aan. Van het gezicht van Engelina is angst af te lezen. Tine grient.
‘Je hebt hem wakker gemaakt, ik mocht dat niet. Jij wel?’ Tine kijkt Jeanne vragend aan.
‘Hij mag niet slapen, niemand mag hier slapen. Eerst moet ik de dader vinden.’ Jeanne kijkt zoekend de kamer rond. Waar is haar aanwijsstok? Uit zijn bed moet hij. Verschonen. Ineens weet ze het zeker. Dat mens daar heeft natuurlijk weer de stok verstopt.
‘Vertel, waar is hij?’ Tine kijkt haar verschrikt aan. Met een trillende onderlip maakt ze weer een rondje door de kamer.
‘Ik heb niets gedaan, ik doe niets.’

1965
‘Niet doen, Victor.’ Tine kijkt hem smekend aan. ‘Alsjeblieft, niet doen.’
Victor kijkt haar met grote ogen aan. ‘Dat had je eerder moeten bedenken mens, voor je die pot uit je handen liet vallen.’ Ze incasseert een klap, en nog één. Intussen kijkt ze naar de bende op de vloer: bessenjam. Victor sleurt haar naar de viezigheid. Hij hurkt en trekt haar naar de grond. Hij drukt haar wang op de resten van de pot. Ze voelt het glas in haar wang snijden. Warm vocht druipt op de vloer. Bloed.
Reden voor Victor om nog bozer te worden. ‘Welja, maak er nog meer bende van.’ Woedend trapt hij haar een paar keer met zijn grote werklaarzen, waarna hij zich omdraait en de deur uit beent. ‘En ruim die rotzooi op,’ roept hij.
Tine krabbelt op en blijft even versuft op de grond zitten. Met de rug van haar hand streelt ze over haar wang. Au. Een venijnige pijnscheut trekt door haar lijf. Met haar handspiegel en een pincet weet ze het stuk glas uit haar wang te halen. Een koude lap brengt haar bij haar positieven. Opruimen. Opschieten, voor Victor weer terug is. Ze drukt de lap nog strakker tegen haar wang en gaat op haar knieën het glas bijeenrapen. Met vochtige lappen dweilt ze de jam op. En het bloed.

Huize Irina
Tine wrijft over het litteken op haar wang. Onrust, er is te veel onrust. Tine kan niet tegen onrust. En niet tegen boosheid. Een eenzame traan rolt over haar wang. Wankelend hobbelt ze de kamer op en neer. In een hoekje blijft ze staan. Hier kan niemand haar zien, niemand haar vinden. Met haar handen voor haar ogen komen de tranen lustig los. Engelina ziet het. Toch durft ze niet naar haar toe te gaan. Niet nu zij daar zo boos is. Had ze nou Paula maar. Ze twijfelt. Zal ze opstaan en Paula halen? Paula weet altijd raad. Maar waar is Paula? Engelina’s ogen speuren de kamer af. Ze kan nooit ver zijn. Paula is altijd in de buurt.

1965
Voor Engelina is geen kind te veel. Tien heeft ze er gekregen. Tien in dertien jaar. Prachtig, hoewel, ze had er liever zesentwintig gehad, voor elke letter van het alfabet één. Engelina vult haar dagen met wassen, hongerige monden voeden en het schoonhouden van haar huis. En haar paadje. Een schoon paadje is een visitekaartje voor de rest. Engelina’s kinderen zijn naar school. Tenminste, de jongste zes. De rest verdient de kost op het land, in de huishouding en in de automobielgarage van haar man Hendrik. Een automobielgarage! Haar man is de eerste in het dorp. De eerste en de enige. Trots als een pauw helpt ze een dag in de week om de boel daar schoon te houden. Ook voor de garage telt: hoe schoner en netter je boeltje, hoe meer respect je verdient bij je klanten. Bovendien zou iedereen denken dat het bij haar thuis ook een zootje is. Ondenkbaar! Engelina houdt van reinheid en vrede. Schoon. Alles moet schoon.

Huize Irina
Stiekem sluipt Engelina door de kamer. Daar, in de hoek, ziet ze Paula in haar stoel. Een klein stoeltje. Hendrik heeft hem speciaal voor Paula gemaakt. Hendrik? Waar is Hendrik gebleven? Hoe lang heeft ze hem al niet gezien? Engelina kan niet meer nadenken. Met Paula in haar armen loopt ze bijna ongemerkt terug naar haar stoel. Bijna. Jeanne draait zich naar haar om en geeft een knauw.
‘Wat moeten jullie van je stoel? Jullie denken dat ik het niet meen, hè? Ik meen het, hoor, ik zoek de dader. De èchte.’ Engelina klemt Paula zo dicht tegen zich aan dat het schreeuwende mens het niet kan zien. Dat mag niet. Ze zou de pop wel eens af kunnen pakken. Zij is jaloers. En niet te vertrouwen. Dat vooral.
Cora staat op uit haar stoel. ‘Gek. Je bent gek. Doe nou niet zo gek. Is iedereen hier soms gek? Mhoehoe,’ de imitatie van een koe komt uit het niets.
‘Victor is gek,’ uit de hoek van de kamer klinkt ineens een krachtige stem. ‘Zij is niet gek, Victor is gek.’
Engelina wordt er zenuwachtig van. Maak nou niemand boos. Ze wil de aandacht van de twee vrouwen, maar hoe moet dat? Aan hun mouw trekken is onmogelijk. Mag vast niet van dat schreeuwende mens.

1965
‘Cora!, Cora!’ Een lange man komt bijna schreeuwend aangerend. ‘Cora, je moet me even helpen.’
Het duurt even voor ze haar eigen broer Daan herkent in de schreeuwende man. ‘Daan, wat is er? Is er brand?’
‘Berta-12 moet bevallen, het gaat niet helemaal goed.’
Cora laat vallen waar ze mee bezig is en rent achter Daan aan naar zijn fiets. Daan snelt weg, Cora kan nog net achterop springen.
‘Hoe kan het Daan, dat het niet goed gaat?’ Cora probeert nog wat informatie aan haar broer te ontfutselen.
‘Ik weet het niet, Cora, laten we snel zijn.’ Daan trapt de longen uit zijn lijf. Een half uur later houden ze een dood kalfje in hun armen. Berta-12 steunt en zucht. Moederkoe is er ook slecht aan toe. Cora sluit haar ogen en hoort de laatste kreten van Berta-12. ‘Mhoehoe…’

Huize Irina
Marijke komt de kamer inlopen. Ze heeft de indruk, dat er iets gaande is. Ze heeft Gerard aan haar arm. Marijke heeft hem opgehaald bij de balie. Hij moest even naar het ziekenhuis, foto laten maken. Of een echo. Marijke weet het eigenlijk niet. Nog geen tien minuten is ze weggeweest en de sfeer is alweer om te snijden. Marijke zucht diep.
‘Berta-12 moet bevallen,’ Cora kijkt haar serieus aan.
‘Ik weet het Cora, ga maar snel.’ Marijke geeft Cora een geruststellende klop op haar mouw.
‘Ben jij de dokter?’ Gerard kijkt Cora aan. ‘Als jij de dokter bent, moet jij Berta-12 gaan helpen. En mij. Mij moet je ook helpen. Straks, oké?’
Cora knikt. Straks. Eerst Berta-12.

1965
‘Dat kind mankeert ook altijd wat.’ Gerard hoort hoe zijn moeder klaagt bij de buurvrouw. ‘Hij kost me nog eens de kop, al die doctoren, ze vragen me het hemd van het lijf.’ Gerard zucht. Wat kan hij er nou aan doen? Hij heeft zichzelf toch niet ziek gemaakt? De buurvrouw klaagt met zijn moeder mee, ‘ik zou hem maar snel in dienst doen, Saar, als ze hem willen hebben.’ Moeder Sarah knikt. Gerard is ontzet, als ze hem willen hebben? Waarom zouden ze hem niet willen hebben? Hij besluit nooit meer te zeuren over pijntjes. Misschien heeft zijn moeder wel gelijk. Misschien zeurt hij te veel.

Huize Irina
‘Hè, verderrie, gooit nou niemand hier die stinkende vaas leeg?’ Walter zegt het meer in zichzelf dan tegen iemand speciaal. Hij pakt het kunststof ding van Jeanne af en loopt ermee naar het keukentje. De kraan laat hij flink lang stromen, het duurt even voor hij de ranzige lucht van de bruine stelen gespoeld heeft. De vaas schrobt hij flink, het plastic is goed aangeslagen. Hij boent tot alle bruine randen verdwenen zijn. De eerste keer had hij een glazen vaas meegebracht. Voor hij naar huis was, was de vaas al gesneuveld. Een van die vrouwtjes was ermee aan de wandel gegaan. Van schrik moest het vrouwtje keihard huilen. Hij moest er wel om lachen. De dag daarna heeft hij een plastic champagnekoeler gebracht, gevonden in de bijkeukenkast, vast eens cadeau gekregen. Cynisch. Geen spoortje van feestelijkheid in dit huis en hij zet een champagnekoeler neer. De bijna vergane bloemen doet hij in de krant waar zojuist nog de verse zaten.

1965
Walter prikt in zijn prakkie. Hij heeft geen trek vandaag. Boerenkool. Als hij later groot is gaat hij dat nooit meer eten. Met het scherpe vleesmes prikt hij stiekem in zijn vinger. Een klein drupje bloed wordt zichtbaar.
‘Ik beloof,’ fluistert hij zo stil mogelijk, ‘dat Walter later nooit meer boerenkool hoeft te eten.’ Walter bezegelt zijn uitspraak met een vingertip op zijn bord, een klein vlekje van het bloed wordt zichtbaar. Zo heeft hij dat geleerd uit het boek wat hij aan het lezen is. Als er iets echt bezegeld moet worden, doet men dat met bloed. Hij moet het wel stiekem doen, zijn ouders snappen daar natuurlijk niets van. Oom Nico al helemaal niet.
‘Walter, eet je bord eens leeg,’ zijn moeder kijkt bozig, ‘je moet zo weer naar school jongen, neem eens een voorbeeld aan je zus.’
Ina steekt haar tong naar hem uit. Hij heeft het wel gezien, Ina heeft de helft aan Zwartje gegeven. Vanonder tafel klinkt een smakkend geluid, dat zijn ouders dat niet door hebben.
‘Ja Walter, eet even door, je moet me voor je naar school gaat even helpen, even iets sjouwen,’ zegt zijn oom.
Ineens heeft zijn vader de hond door. ‘Wat doet dat beest binnen?’
Met zijn voet werkt zijn vader hij de hond richting buitendeur. Zijn moeder staat op om de deur open te doen. Tevreden kwispelend gaat Zwartje naar buiten. Zijn oom helpen sjouwen. Alsof hij zin heeft om te sjouwen. Zijn vader en hij willen dat hij later ook chrysantenkweker wordt. Nou, Walter weet het nog zo net niet. Chrysantenkweker. Misschien wordt hij wel politieagent. Of brandweer. Met moeite werkt hij de boerenkool weg. De twee mannen zijn alweer naar de kassen. Walter kijkt op de klok. Nog vijf minuten. Snel trekt hij zijn jas aan en rent erachteraan.

Huize Irina
Walter steekt zijn neus in de bos verse bloemen en snuift diep. Heerlijk. Oom Nico zal trots op hem zijn. Een nieuw soort chrysanten heeft hij vandaag meegebracht. Walter fronst zijn voorhoofd. Trots? Is Nico nog trots? Ja, toen hij vertelde toch chrysantenkweker te willen worden, toen was hij trots. Maar vandaag aan de dag? Hij neemt de ‘vaas’ met bloemen mee naar de huiskamer en zet het pontificaal in het midden van de tafel. ‘Kijk oom Nico, nieuwertjes, Anastasia Star Pink, Walter zoekt de ogen van zijn oom. Ze zitten dicht. Nico slaapt. En stinkt. Een vreemde lucht hangt om Nico. Walter vraagt zich af wat hij hier nog doet. Hij heeft de frequentie al flink omlaag gebracht, eens in de vier weken komt hij hier. Oom Nico, die steeds verder wegglijdt. Steeds verder van hem afdrijft. In zijn eigen wereld leeft. Walter gaat op zijn hurken voor Nico zitten, streelt hem over zijn arm en staat weer op. ‘Dag Nico, tot de volgende keer. Dan neem ik Radost cream mee. Ze zijn er weer bijna klaar voor.’

In de keuken weet Jeanne weer wat ze zoekt. Zie je nou. Verstopt. Altijd moeten ze háár spullen verstoppen. Ze stuift op Nico af en wil hem met de stok in zijn zij prikken. Hij slaapt alweer. Uit zijn bed moet hij. Verschonen! Een hoop tumult zorgt voor onzekerheid bij Jeanne. Waarom schreeuwt iedereen zo? Wat gilt dat ene mens nou weer? En wat moet zij in die witte jas van haar? Wie denkt ze wel niet dat ze is? Zij is hier niet de baas, die snotneus!

Het lukt Marijke nog nèt het mes af te pakken. Gelukkig heeft mevrouw Stronk niet heel veel kracht meer. Met het wapen in haar handen kijkt ze de kamer rond. Waar heeft mevrouw Stronk dit in hemelsnaam vandaan? De deuren vliegen open, haar hulpgeroep heeft toch iets opgeleverd. Bijna te laat, dat wel.
‘Wat is er aan de hand?’ Haar collega Olaf kijkt zowel vragend als verschrikt, Ursula hobbelt achter hem aan.
‘Ze had een mes.’ Marijke knikt naar Jeanne Stronk.
‘Hoe komt ze daar in Godsnaam aan?’ Olafs stem klinkt boos.
‘Al sla je me dood.’ Marijke zucht diep. ‘Het is ook altijd wat hier.’
Ursula loopt alle bewoners na, niemand gewond? Nico. Een snijwond in zijn zij zal verzorgd moeten worden. Verder zit iedereen alweer rustig in een stoel.
Jeanne neuriet een slaapliedje.

1947
‘Suja, suja kindje, wat ben je bitter stout.’ Jeanne laat zich instoppen.
‘Niet weer in je bed plassen, hè Sjaantje?’
‘Nee mama, ik beloof het.’
‘Ga je lekker slapen? Je weet dat mama een hekel heeft aan die vieze lakens, hè?’
‘Ja mama, ik beloof het mama, ik zal niet plassen mama…’
‘Heb je pijn in je buikje, of zijn je voetjes koud?’ Haar moeder aait haar zingend over haar bol. Slapen gaat ze, heerlijk slapen. Ergens in de verte hoort ze haar moeder zingen: ‘Vuurtje zullen wij stoken, papje zullen wij …’
Moet ze plassen? Ze mag niet plassen…

Walter is al bijna thuis als hij ineens met een schok ontdekt dat hij zijn Zwitserse zakmes in het keukentje heeft laten liggen. Er is geen scherp mesje te vinden in dat tehuis, hij moet die chrysanten toch even schuin afsnijden voor hij ze in de vaas doet? Zal hij nog even terugrijden om het te halen? Ach, dat mes wordt wel gevonden door de verpleging. Hij belt zo wel even of ze het voor hem bewaren. Hij moet weer aan het werk.

Alice Bakker, auteur, Roman, Verhaal, Woordenland

Voor elke dag een

‘Wàt, heb je met Peter?’
‘Sttt.’ Fiona kijkt gegeneerd om zich heen.
‘Heb je met hém … Ben je…’ Gelukkig maakt haar vriendin haar zinnen niet af. ‘Weet Ed dit?’
‘Ben je gek!’ Fiona zegt het zo hard, dat drie mensen omkijken. Wie gaat er dan ook voor een bekentenis in de trein? Even twijfelt ze, maar ze voelt dat ze door moet zetten. Ze had zich voorgenomen all the way te gaan vandaag, haar vriendin alles te vertellen. ‘En Hans,’ zegt ze snel.
De ogen van Simone worden enorm. ‘Peter én Hans?’
Fiona kijkt uit het raam. Dit is té gênant, ze kan Simone nu niet aankijken. Hoe vertel je iemand je grootste geheim?
‘Wanneer was dat met Hans dan?’
‘Vorige week zaterdag.’
‘Maar toen had je toch al met Peter, eh?’
Fiona knikt bevestigend. De trein nadert station Amersfoort. Ze hoopt dat de luistervinken om haar heen massaal uitstappen. Als de trein stilstaat, stapt inderdaad het grootste gedeelte op. ‘Je mist het beste stuk,’ mompelt ze tegen de man die tegenover haar zat. Hij kijkt haar vreemd aan. Simone ook.
‘Wat zei je?’
‘Bij Statenpop. In het Klaverpark,’ negeert Fiona Simones vraag.
‘Waar was Ed dan, toen?’
Hier geeft ze geen antwoord op. Om het te omzeilen, noemt ze de andere namen ook maar meteen: ‘Bas, Koen en Thomas.’
‘Wat bedoel je Bart, Koen en Thomas?’
‘Bas’.
Simone haalt fronsend haar schouders op.
‘Bas, je zei Bart. Het ging niet met opzet. Ik kan er echt niks aan doen. Het moet.’ Fiona hoort dat ze verongelukt klinkt. ‘Ik stond bij Statenpop, vrij vooraan bij het podium en toen …’
‘Ja, wat denk jij nou? Dat ik geïnteresseerd ben in jouw vunzige …?’
‘Vunzig? Wat bezielt je!’
‘Het is toch wel duidelijk, wat je bedoelt. Je bent met vijf … Peter, Hans, Bart, Koen en Thomas.’
‘Bas.’
‘En Bas. Zes dus.’
Fiona zucht diep. ‘Vijf. Voor elke werkdag één.’ Ze telt op haar vingers. ‘Maandag Koen, dinsdag Thomas …’
‘Ja stop maar. Het is duidelijk. Tss, in het Klaverpark. Jij durft.’
‘Dus als ik het goed begrijp,’ begint de man die naast haar zit. ‘Ben jij wel te … versieren?’
‘Geef me één goede reden.’ Terwijl ze dat zegt, kijkt Fiona vol afschuw naar zijn kuiten. Twee spierwitte sportsokken blinken boven zijn glimmend zwarten schoenen.
Hij schrikt blijkbaar van haar antwoord, want hij staat direct op en loopt mokkend de coupé uit.
Simone schiet in de lach.
Fiona zucht diep. ‘Die man was de zonde niet waard. Vijf is trouwens mijn record. Zo veel gedragen sokken heb ik niet eerder in een week verzameld.’


Dit is een blog uit 2015, dat te leuk is om niet te herplaatsen op mijn nieuwe website.

fictie, geheimen, In Woordenland, openbaring, Roman

Inspiratie, waar vind je die?

Het wordt me nogal eens gevraagd: waar haal je je inspiratie vandaan? Een lastige vraag, want haal ik die eigenlijk ergens vandaan? Wat mij betreft werkt voor het schrijven van een boek maar één ding: gewoon doen. Wie wacht op inspiratie kan wachten tot ‘ie een ons weegt. Ik kan je zeggen, dat duurt lang.

In ’n lijstje

Mensen die mij vertellen ook weleens een boek te willen schrijven, maar daar echt geen tijd voor hebben, hebben wat mij betreft geen prioriteit. Door van schrijven een project te maken met een deadline, komt er een boek. Tenminste: dat is bij mij het geval. Schrijven is niet iets waar ik tijd voor moet hebben, ik máák er tijd voor. In mijn agenda – die ik ook gebruik als to-dolijst – staat wat ik welke dag moet schrijven. Ik ben me er bewust van dat alles op die lijst doorgeschoven kan worden, maar dat is dan weer een kwestie van discipline. Opdrachten voor klanten kunnen ook niet eindeloos doorgeschoven worden.

Onder druk

Doelen stellen en deze ook behalen, klinkt eenvoudig, maar eerlijk is eerlijk, dat is het niet altijd. Soms krijgt er iets voorrang. In dat geval is het noodzakelijk de deadline keihard te maken. Onder druk presteren de meeste mensen het best. Toch inspiratie nodig?

  1. Kijk goed om je heen, alles wat in je omgeving gebeurt is voer voor een scène.
  2. Soms heb je even een zetje nodig, doe mee met schrijfwedstrijden, die hebben een thema én een harde deadline.
  3. Volg een schrijfworkshop of schrijfcafé, soms zet dit je net even op een ander spoor.
  4. Typ een voor jouw scène interessant zoekwoord in bij Pinterest of Instagram.
  5. Als je echt blanco bent: gooi storycubes en laat je inspireren door wat je ziet.
  6. Ga de stilte in: een rondje wandelen, douchen, stofzuigen, het kan allemaal helpen ruimte in je hoofd te maken voor nieuwe ideeën.
  7. Maak je prioriteiten voor jezelf overzichtelijk.

Succes!

In Woordenland, Inspiratie, Roman, Schrijfcafé, Schrijfinspirator, Schrijver

Een voor allen

Eigenlijk is het een gemis als je in je vroege kinderjaren niet voorgelezen bent. Bij een van je ouders op schoot, samen op de bank of terwijl je in je bed ligt te wachten op de slaap. Voorlezen verrijkt je woordenschat en geeft je meer taalgevoel. Op de Internationale dag van de moedertaal (ja, ja, er is overal een dag voor) lijkt me het promoten van voorlezen in míjn moedertaal niet zo raar.

Luisteren

Sinds de luisterboeken de markt veroveren, laat ik mezelf ook met regelmaat voorlezen. Heerlijk, een zoetgevooisde stem in mijn oor terwijl ik sta te strijken of naar mijn werk wandel. Ik kan verdwijnen in het verhaal zonder dat ik eerst moet gaan zitten met een boek. Omdat ik dat ook graag doe, combineer ik het soms: een paar hoofdstukken tijdens het wandelen en thuis in bed verder lezen in het e-boek. Omdat ik een abonnement heb bij Storytel is dat de deal, Storytel biedt namelijk zowel luisterboeken als e-boeken aan en weet precies waar ik gebleven ben in het boek, of ik nu luister of lees. En dat is zo handig! 

Tips!

Hoewel die Internationale dag van de moedertaal gaat over meertaligheid, waarbij aandacht is voor de moedertaal van etnische groepen, wil ik het in dit blog houden bij mijn eigen moedertaal. Allereerst met een paar luisterboekentips uit eigen keuken:

Ontsluierd

Weerzien

Voorleeskoffie 55+

Maar wat als je nu al 55+ bent? Kun je dan ook zonder luisterboeken voorgelezen worden? Gewoon, één voor allen? Ik vind van wel en dat is Bibliotheek Rijn en Venen met me eens. Voor de tweede keer is er bij hen een voorleessessie gepland waarbij ik voorlees voor een doelgroep die dat misschien niet zo gewend is. Maar die net zo ademloos luistert als de doelgroep die het wél gewend is. Die met een kopje koffie of thee en wat lekkers alle tijd heeft voor een goed verhaal. Kom je ook?

Wanneer, hoe laat en waar?

➡️ 7 maart 2023, 10.30 uur, voorleeskoffie bij bibliotheek Rijn en Venen, vestiging Roelofarendsveen. Wil je erbij zijn? Geef je dan op via de website van Bibliotheek Rijn en Venen. Tipje van de sluier, ik lees voor uit de roman Angela & Emma, Weerzien. Leuk je te daar ontmoeten!

In Woordenland, Luisterboek, Roman, Voorleeskoffie, Voorlezen, Young Adult

Ontsluierd: mustread or not?

Marga van de website Mustreads or not las Ontsluierd en gaf een recensie waar Angela & Emma stil van worden! Wat denk je, vindt ze het een ‘mustread’ – ‘or not’? 😍

Het verhaal kruipt onder je huid en bezorgt me meerdere malen kippenvel. Eenmaal uit moet ik het even laten bezinken, wat een verhaal! Ontsluierd is een uitstekend opgebouwde roman met een diepliggende boodschap!  

,Naarmate het verhaal vordert,’ vertelt Marga, ‘en er steeds meer gebeurtenissen uit het verleden boven water komen zit ik steeds vaker met gekromde tenen. Wat mij betreft zeker een #Mustread.’ De hele recensie lezen? Dat kan hier


Nieuwsgierig geworden en zelf het boek ook lezen? Ontsluierd is verkrijgbaar bij elke boekhandel!

Mening, Ontsluierd, Recensie, review, Roman

***1/2 ‘De spanning is goed voelbaar’

Nynke van Vrouwenthrillers.nl las Ontsluierd, ik had hem voorbij zien komen op een moment dat ik geen tijd had om hem te delen, maar hier is de recensie alsnog! Nu is het natuurlijk de vraag of Ontsluierd in de categorie ‘vrouwenthriller’ valt, omdat er ‘roman’ op de cover staat. Toch vond Nynke dat de spanning goed voelbaar is. 

Het is een spannende roman vol familie-intriges.Dezelfde gebeurtenissen worden telkens vanuit een andere invalshoek verteld. De hoofdstukken zijn kort en het verhaal leest snel. 

Nynke noemde ook nog een aantal verbeterpunten en zegt door de cliffhanger in Ontsluierd te wachten op het volgende deel. Komt eraan, Nynke! Benieuwd naar de hele recensie? Die kun je hier lezen.


Nieuwsgierig geworden en zelf het boek ook lezen? Ontsluierd is verkrijgbaar bij elke boekhandel!

Angela & Emma, Mening, Ontsluierd, Recensie, review, Roman

***** ‘Zit psychologisch verdraaid goed in elkaar!’

Blogger Tazzy Jeninga las Ontsluierd en schreef daar 17 augustus al een review over. Hoe kan het toch, dat we zo’n mooie review over het hoofd hebben gezien? 

Beeldend geschreven, origineel en het laat je niet meer los.Ze noemen het een roman, maar het is spannend, mysterieus en een echte pageturner. Je kunt niet stoppen met lezen. Het zit psychologisch verdraaid goed in elkaar.

Wat Tazzy nog meer schreef over Ontsluierd? Dat kun je hier lezen.


Nieuwsgierig geworden en zelf het boek ook lezen? Ontsluierd is verkrijgbaar bij elke boekhandel!

Angela & Emma, Mening, Ontsluierd, Recensie, review, Roman

**** ‘Verhaal gaat behoorlijk diep’

Van sommige recensies gaat de glimlach de hele dag niet meer van je gezicht. Wat worden wij blij van de recensie van Hanneke Tinor-Centi van de roman Ontsluierd van Bakker & Godijn.

De grootste kracht van deze roman… is dat de gevoelens, verwarringen en emoties van de beide zussen, uitstekend over het voetlicht worden gebracht.

Hanneke stelt dat de roman Ontsluierd met gemak ook het label ‘psychologische roman’ mag krijgen en het thrillerelementen bevat, wat volgens haar een breed publiek aanspreekt. Wil je de lovende woorden compleet lezen? Kijk dan hier


Nieuwsgierig geworden en zelf het boek ook lezen? Ontsluierd is verkrijgbaar bij elke boekhandel!

Angela & Emma, Mening, Ontsluierd, Recensie, review, Roman

**** ‘Vlot en eenduidig’

Op de website Perfecte Buren, een platform waarop Nederlandse en Vlaamse recensenten Nederlandstalige boeken onder de aandacht brengen, staat een goed onderbouwde recensie van Jeannie. Erg fijn, daar kunnen wij als auteurs iets mee! 

Als lezer krijg je amper de tijd om adem te halen. Verder een prima verhaal, beide auteurs schrijven vlot en eenduidig.

Jeannie zegt het al: alle antwoorden zijn nog niet gegeven dus op naar het volgende deel in 2022! Benieuwd naar de hele recensie? Die vind je hier


Zelf het boek ook lezen? Ontsluierd is verkrijgbaar bij elke boekhandel!

Angela & Emma, Mening, Ontsluierd, Recensie, review, Roman

‘Titel: Ontsluierd – Cijfer: 9’

Wanneer kreeg jij voor het laatst een 9? Bakker & Godijn vandaag nog! Melanie Hoogvliet recenseerde Ontsluierd voor haar blog Bookstamel en ze begint haar recensie met haar mening over de cover. ‘Die hoort wel bij mijn favorieten van dit jaar.’ Als totaalresultaat geeft ze zelfs een 9! Melanie:

De schrijfstijlen van Bakker en Godijn passen perfect bij elkaar en dat merk je in Ontsluierd. In sommige hoofdstukken is Angela aan het woord en andere Emma. Zelf vind ik het fijn dat het boek vanuit beide dames wordt verteld. Op die manier krijg je toch een beter beeld bij de gedachten van beide personages en dat zorgt er ook voor dat je met beide zussen ontzettend goed mee kunt leven.



⏩ De hele recensie van Melanie lees je op Mel’s Day.

Angela & Emma, Mening, Ontsluierd, Recensie, review, Roman