Skip to main content

Tag: In Woordenland

Vandaag = morgen geschiedenis

De geschiedenis is meestal iets van lang geleden. Maar wat als je plotseling, voor je gevoel, midden in de geschiedenis staat? Zegt dat dan iets over jezelf of over je leeftijd? 

Ver van mijn bed

Al veel boeken heb ik gelezen waarin de Tweede Wereldoorlog een grote rol speelt. Ik ben geboren in 1970 dus de periode van de oorlog was voor mijn gevoel ver van mijn bed. Alles wat je over de oorlog leest gaat over vroeger, de tijd waarin ik ruimschoots nog niet in de planning lag. Maar de geschiedenis komt steeds dichterbij. Zo bezocht ik een paar jaar geleden het Tränenpalast in Berlijn, een tentoonstelling over grenservaringen. Het is gevestigd in het oude treinstation waar men in de tijd van de Berlijnse Muur met veel tranen afscheid nam van bezoekende familieleden van de “andere kant”. Je zag ze na dit afscheid immers weer een tijdje niet …

Alles voor de onmogelijke liefde

Ik kan het me nog goed herinneren, 1989, het nieuws over de val van de Berlijnse Muur. Bij het Tränenpalast keek ik naar een filmpje over iemand die in 1987 haar huidige man leerde kennen, hij woonde in West-Berlijn, zij in Oost. Niet een allyouneedislove-liefde die voor de kerstspecial met touringcar even gehaald werd, nee, zij zagen elkaar nauwelijks. Ondanks dat ze in dezelfde stad woonden een bijna onmogelijke liefde. Hij was al druk met papieren regelen om bij haar te kunnen zijn. Dan maar in Oost wonen, alles voor de liefde. Tot die muur viel en ze eindelijk zomaar konden afreizen naar elkaar. Een jaar later beloofden ze elkaar zelfs eeuwig trouw. Bijna een sprookje.

Hoofdrol

Hoewel? Een confronterend sprookje! 1987. Toen leerde ik ook mijn lief kennen. Wij konden zo vaak we wilden naar elkaar toe. Geen muur stond ons in de weg. Vreemd, naar een museum gaan waar mensen van je eigen leeftijd de hoofdrol spelen in de geschiedenis. De tijd vliegt.

Vandaag is morgen zomaar geschiedenis.

5×4/5=4!

Het tweede deel van de blogtour voor “Slapen doen we morgen weer” maakt van mij een trotse schrijver. Als ik de 8,5 van Melanie afrond naar vier sterren, hoeven we deze week geen ingewikkelde rekensom te maken: vijf keer vier sterren is gemiddeld vier sterren. Met het gemiddelde van 4,25 van vorige week erbij, kan ik niet anders dan dankbaar zijn: Slapen krijgt een dikke vier van de vijf!

Ik zei het al: zaterdag 31 mei verscheen de heruitgave van dit boek, op naar een heleboel nieuwe lezers! Over het boek:

Merel gaat me haar vrienden naar het Koningsnachtconcert in het Klaverpark. Daar treedt de band Twils op, waar Merel en haar vriendin Sarah groot fan van zijn. Als er een aanslag wordt gepleegd tijdens het concert verandert alles. Al snel blijkt dat het niets met terrorisme te maken heeft, iemand heeft het op Twils gemunt. Waarom? En wat heeft Merel met de dader?

De reviews van deze week:

Het leesdraakje: “Ik heb er genoten van het verhaal. Het is leuk en realistisch verhaal.” -> hele review

Bookstagram_Ilona: “Vanaf de proloog wordt je door het verhaal gegrepen en blijf je tot het einde in spanning zitten. Een verhaal wat je niet meer weglegt totdat het uit is.” -> hele review

Melsday83: “Het verhaal was bij vlagen beklemmend en spannend waardoor je door wilde lezen. Hoewel je al vrij snel globaal weet wie de dader is blijft het verhaal je toch boeien.” -> hele review

Priscilla_dieleman_boekenfan: “Geschreven vanuit twee perspectieven: dat van Merel en van de dader. Die afwisseling zorgt voor extra diepgang. De personages zijn realistisch en herkenbaar, vooral Merel.” -> hele review

Sheila_hjv_books: “Je voelt de worsteling met haar gevoelens en de haast wazige sluier die over haar heen is gekomen. Het is mooi om te lezen hoe het verdriet er mag zijn, ook tussen Merel en haar nieuwe vrienden.” -> hele review

Whiehoeee! Mag ik even een gat in de lucht springen? Oh, en dan kreeg ik van Melanie (@melsday83) ook nog de hint of ik niet een boek kon schrijven over Merel en Bas, tien jaar later. Wat een enorm goed idee! #brainstormen #weslapenweer

Aan alle bloggers: een hele dikke dankjewel! Voor het afstoffen van het boek, voor het lezen én voor jullie mooie reviews.

Weer slapen doen we morgen weer!

Kijk dan! Een nieuw jasje voor Slapen doen we morgen weer. Met dank aan Troy van ZoneroMedia. Heel tof én een professionaliseringsslag ten opzichte van de eerdere uitgave.

Dit boek verdiende niet alleen een nieuwe jas, maar ook een nieuw nawoord. De eerste uitgave verscheen namelijk op 7 mei 2017. Twee weken voor de aanslag bij het concert van Ariane Grande. Ik kan je vertellen: toen zo ongeveer gebeurde wat ik eerder had geschreven, vond ik het verhaal ineens een stuk minder goed. Ik wil deze herdruk dan ook opdragen aan alle slachtoffers van terrorisme of van onbezonnen daden …

Kan het niet wat geloofwaardiger?

Vandaag ben ik in Groningen voor de laatste ‘Stap op de Rode Loper’ van dit schooljaar. Een leesfeest voor vmbo-leerlingen die workshops krijgen op culturele toplocaties. Hier in Groningen sta ik in de Synagoge en in het Groninger Museum om weer een aantal klassen mee te nemen in waarom ik lezen leuk vind.

In deze blog blik ik terug naar maandag 13 januari, toen ik voor Stap op de Rode Loper in Amsterdam was. In het Bimhuis, een cool concertgebouw met een topuitzicht over het IJ. Waar Groningen aan de andere kant van het land is voor mij, is Amsterdam bijna een thuiswedstrijd. Te laat komen leek onmogelijk.

De brug stond open

Wat mis kon gaan, ging die dag mis. Het enige dat níet gebeurde, was dat de brug openstond. Laat mij even opsommen: ik wilde het eerste stukje met de auto gaan, maar ik had een lekke band (spijker, bleek later). Bij de bushalte ontdekte ik dat de lijn was geschrapt (vervoersmaatschappij Qbuzz, had hem net overgenomen, maar zeker niet op orde). In allerijl zocht ik een lift naar Schiphol, die ik vond, maar waardoor ik uiteraard de trein had gemist die ik had willen nemen. Genoeg pech, dacht ik. Vanaf hier gaat het goed en kom ik nog op tijd. Ik had immers genoeg marge ingebouwd.

Nog meer?

Omdat ik een trein later had, had ik een overstap extra. Op Amsterdam-Zuid reed de metro niet. Technische storing. Een metro later reed gelukkig wel. Op naar Centraal en dan de rest lopen: dan ben ik tenminste niet meer afhankelijk van de grillen van het openbaar vervoer. Wat denk je? Op die ene vierkante meter die glad was op de Oosterdokbrug (met het Bimhuis al in zicht) gleed ik onderuit. Met zware rugzak vol boeken krabbelde ik overeind, op adrenaline liep ik door en kwam ik ruim te laat aan voor mijn eerste workshop.

Je verzint het!

Geluk bij een ongeluk: de hele boel liep uit en mijn klas was er nog niet. Opgelucht zocht ik mijn lokaal op, via het toilet – waar ik ontdekte dat mijn knie behoorlijk kapot was (nog steeds last van). Vol van mijn verhaal vertelde ik de eerste klas wat mij allemaal was overkomen. De blikken spraken boekdelen: zeg schrijver. Je verzint het. Daar ben je vast goed in. Maar alsjeblieft. Kan het niet wat geloofwaardiger?

O ja, de volgende maandag de dertiende blijf ik voor de zekerheid in bed. Met mijn dekens over mijn hoofd.

Tijd vs. prioriteit

Elke werkdag een half uur fictieschrijven, ik heb het jaren volgehouden. Vijf dagen per week, tweeënhalf uur per week. De laatste tijd (lees: het laatste jaar) kwam de klad erin. Ik had het druk en schrijven van fictie was het laatste waar ik tijd voor maakte. Inderdaad: maakte. Want nog steeds is mijn motto dat het geen tekort is aan tijd, maar een tekort aan prioriteit. 

De praktijk is dat de werkdag zo om is. Om 12.00 uur gaat de tijd in om fictie te schrijven. Bewust het laatste half uur voor de lunch, omdat er dan een duidelijke eindtijd is en ik – ik ben nu eenmaal ondernemer – niet te veel tijd verspil. Te vaak denk ik: nog even dit afmaken en dan ga ik ervoor zitten. Voor ik er erg in heb, is het half uur om en heb ik geen letter op papier. Na de lunch gaat mijn telefoon en beland ik direct weer in een ratrace. Het is niet voor niets dat 12.00 uur voor mij de meest geschikte tijd is. 

De knop om

Tijdens het laatste BOEK10-evenement gaf mijn collega Reem Talib een presentatie over tijd. Ze liet ons een rekensommetje maken: hoeveel uur zit er in een dag, hoeveel uur daarvan werk, slaap en eet je, hoeveel uur gebruik je voor ontspanning en hoeveel voor de boodschappen. Klinkt al als een drukke dag, toch? Pak je rekenmachine er maar bij, er is nog steeds heel veel tijd over. Tijd die opgaat aan scrollen door sociale media. Of aan doelloos tv-kijken. Tijd die je zomaar verkwist. Als ik nou goed in mijn ritme blijf, door tweeënhalf uur in de week te schrijven, dan moet dat toch in te plannen zijn? Note to myself: wil jij een boek schrijven maar hoor je jezelf zeggen dat je geen tijd hebt? Vervang het voor de gein is door “schrijven is voor mij geen prioriteit”. Ik denk dat je dan gelijk de spirit weer te pakken hebt. O ja, als je mij zoekt tussen 12.00 en 12.30 uur, blijf dan vooral hard zoeken. Ik werk op dat tijdstip aan mijn prioriteit!


Deze gastblog is eerder verschenen in de nieuwsbrief van uitgeverij Godijn Publishing. Wil je die nieuwsbrief ook ontvangen? Meld je dan aan via deze link.

Feedback: van kritiek naar kunst

Soms heb je als schrijver behoefte aan reflectie. Alleen al omdat je een blinde vlek hebt voor eigen producties. Feedback is daarom zowel cruciaal als waardevol. Door je werk te delen, ontvang je bij mijn schrijfcafés de inzichten van andere creatieve breinen. Daarom raad ik ze aan.

➡️ Het geven van feedback staat op alle avonden centraal, dat is van onschatbare waarde voor zowel aspirant-schrijvers als doorgewinterde auteurs!

Ik heb een clubje opgericht …

Mijn schrijfcafés zijn ontmoetingsplaatsen waar schrijvers van allerlei niveaus samenkomen om het vuur dat ze hebben voor verhalen met elkaar te delen. Het zijn broedplaatsen voor creativiteit, waar deelnemers elkaar inspireren en aanmoedigen. De avonden zijn dé waardevolle kans om feedback te ontvangen. Schrijvers leren blinde vlekken in hun werk te identificeren, zwakke punten te verbeteren en sterke punten te versterken. Constructieve kritiek van medeschrijvers geeft je immers bakken vol inzicht, waardoor je je vaardigheden aanscherpt en je verhalen verfijnt. Een zeer nuttige tool voor de groei van elke schrijver.

De impact

Bij de schrijfcafés ben ik de gespreksleider die het proces van feedback geven en ontvangen faciliteert. De cafégangers delen met mij hun werk (n.a.v. mijn schrijfopdracht of een vrije inzending). Op de bijeenkomst zelf geven de andere deelnemers opbouwende kritiek, waarbij ze wijzen op sterke punten, suggesties doen voor verbetering en vragen stellen om de schrijver te helpen zijn of haar visie te verduidelijken. Onmisbaar is de veilige omgeving die ik bied, waarin schrijvers zich vrij voelen om hun werk te delen. Voorlezen kan best spannend zijn! En eerlijk is eerlijk: je moet best even wennen aan het ontvangen van feedback. Onthoud dat veel schrijvers het uiteindelijk zien als een keerpunt in hun ontwikkeling. Het stelt hen namelijk in staat om hun werk vanuit nieuwe perspectieven te bekijken, eventuele blinde vlekken te identificeren en hun schrijfvaardigheden te verbeteren.

Welkom, In Woordenland

Leuke bijkomstigheid: met een groep gelijkgestemden werk je aan ieders ontplooiing. Mijn schrijfcafés zijn namelijk niet alleen ontmoetingsplaatsen voor schrijvers, maar ook kweekvijvers voor groei en ontwikkeling. Steeds meer van mijn ‘pupillen’ publiceren! Door de feedback die zij ontvingen en gaven scherpten zij hun vaardigheden aan. Ben jij op zoek naar inspiratie, gemeenschap en groei, voel je dan welkom om eens langs te komen, In Woordenland.


Op dit moment is er plek bij:

📌 Online Schrijfcafé In Woordenland – eerste donderdag van de maand – 1 plek Mail mij om je aan te melden of om aanstaande donderdag (3 april) gratis mee te kijken.

📌 Schrijfcafé In Woordenland in Ter Aar bij volksuniversiteit !Triggr – derde donderdag van de maand – twee beschikbare plekken. Aanmelden (kijk goed naar de eerstvolgende datum) bij !Triggr.

Of reserveer een plek op de wachtlijst bij:

📌 Schrijfcafé In Woordenland in Roelofarendsveen bij Tech Campus De School – tweede donderdag van de maand.

Alle schrijfcafés starten om 19.30 uur. Meer weten?

Bloedbloei

Discuswerper Hyakinthos, een Griekse knaap
stierf in 't harnas toen een schijf hem kliefde
Bloed vloeide, er groeide een bloem in de jaap
Het was de Zonnegod - vermeend zijn geliefde -
die de tros gretig plukte

In 2016 plaatste ik elke week een gedicht over een plant of bloem. Rijmelarij, maar ik had er plezier in, vooral omdat het mij liet nadenken over taal, over de lengte van de zinnen en over synoniemen. Omdat het vandaag een zonnige lentedag is, pak ik er een terug. Op de foto blauwe druifjes, een plant uit de aspergefamilie of Hyacinthaceae. Benieuwd hoe ik op deze tekst ben gekomen?

-> https://nl.wikipedia.org/wiki/Hyakinthos

Mij zien ze nooit

Het was bij Opsporing Verzocht, zag je dat? Ik stond daar gewoon, maar mij zagen ze niet. Mij zien ze nooit. Ik ben er eigenlijk niet bang voor dat ze me pakken, want ze zoeken mij niet. Ik weet zeker dat ze een man zoeken. Ik was wel op tv. Stond ik daar achter het afzetlint gewoon te kijken naar de brand. Het was een mooie brand dit keer, veel mooier dan de vorige. Eentje van de afdeling ‘goed gelukt’, zeg maar. Ik werd bijna geïnterviewd door iemand met een microfoon, maar hij zag mij niet. Logisch, ze zochten een man.

Schrik je hiervan? Ik brand mijn vingers niet hoor, zo gek ben ik niet. Je moet weten hoe je je lucifer vast moet houden. Als je hem zó houdt, duurt het heel lang voor het vlammetje bij je vingers is. Even kijken, kan ik hier iets in de fik … Haha, grapje. Ik kan het wel hoor, ik kan dat. Het is namelijk helemaal niet moeilijk, een brandje stichten. Hoe ik dat doe met die schuurtjes? Ik heb altijd aanmaakblokjes. Met een lucifer steek ik er een aan en leg het dan rustig in een afvalcontainer. Die zet ik tegen de schuur. Er zit altijd wel iets in zo’n bak dat goed fikt. Je wil niet weten wat mensen allemaal weggooien. En als mensen door hebben dat hun container in de fik staat, is de brand al groot. Heel groot.

Kak! Ik zit niet op te letten. Ach, het is maar een klein blaartje. Je leidt me ook af, met hoe je naar me kijkt. Deze gaat lukken, hij blijft branden tot hij bijna bij mijn vinger is. En dan …

Weet je hoe snel zo’n brand op toeschouwers kan rekenen? Ik ga even een blokje om en doe onderweg mijn capuchon af. Dan ga ik bij de mensen staan die bij de brand staan te kijken. Die zijn er altijd. Je moet eens weten hoe snel die er altijd bij zijn. Als de kippen … Op zich wel jammer, dat die man met die microfoon mij niet zag staan. Hij had me best wat vragen mogen stellen. Dan was ik ook nog op tv goed in beeld geweest. Nu alleen maar omdat ik zelf weet dat ik daar stond, niet omdat iemand me herkent. Weet je wat ik gezegd zou hebben, als hij had gevraagd wat ik ervan vond? Ik zou gezegd hebben dat het erg is, dat mensen zich zorgen maken over hun eigendommen. Dat sommige zelfs camera’s ophangen, maar dat dat niet helpt. Dat ze de dader maar snel op moeten pakken, want het is een crimineel. Ja, ik zou zeggen dat hij vast nog ergens in de buurt is en ze daarmee meteen op het verkeerde been zetten, dat ze wel op zoek blijven naar een man. Echt jammer dat hij het niet aan me vroeg, ik zou in de camera hebben gekeken en heel duidelijk mijn verhaal hebben gedaan. Het is wel tof, mezelf terugzien op tv. Ik hoop dat ze dat de volgende keer weer doen, de tv erbij halen. Jammer genoeg gebeurde dat de vorige keer niet. Er werden wel foto’s gemaakt. Ik lachte goed in de camera, je weet nooit waar ze die foto’s voor gebruiken, of wie ernaar kijkt.

Wat schiet je nou toch in de stress. Geef nou gewoon toe dat het mooi is, die vlammen. Heb je er weleens goed naar gekeken? Die kleuren, de warmte … Wat sta je nu aan mijn arm te trekken, zo veel is er niet aan de hand hoor.

Die bank zat tóch niet lekker.


Dit was mijn inzending voor de Sofamonoloog, een schrijfwedstrijd van Ruwe Planken in 2015. De opdracht was mezelf te verplaatsen in de gedachtegangen van iemand met een psychische aandoening en deze op creatieve wijze in een monoloog gieten. De aandoening pyromanie kreeg ik van de organisatie toegezonden.

Het was de aanzet én de inspiratie om later het boek Ze zien mij niet te schrijven, dat in 2019 uitkwam.


Of wil jij maandelijks door mijn schrijfopdrachten worden geïnspireerd? Kom dan eens kijken bij Schrijfcafé In Woordenland. In Ter Aar is nog plek!

Nobody is gonna hit as hard as life

Vanmorgen bracht Facebook mij een herinnering van 2016. Het ging over het boek Open & Bloot waaraan ik als auteur heb meegewerkt. Dertig mannen met kanker portretteerden we – ikzelf interviewde er elf – waardoor hun verhaal voor altijd blijft leven. Over een van de elf mannen die ik voor het boek sprak schreef ik vandaag precies negen jaar geleden een blog.

Omdat ik inmiddels een nieuwe website heb, werkt de link uit mijn herinnering niet meer. Ik heb veel meegenomen naar mijn nieuwe website, maar niet alle blogs. Gelukkig heb ik ze wel bewaard. Dus vandaag een uit de oude doos: Nobody hits you as hard as life, winning isn’t about how hard you hit, it is about how much you can take …


Nobody is gonna hit as hard as life

Februari 2015 leerde ik hem kennen. Ik zat midden in de voorbereidingen van Open & Bloot en hij zou aan dat project meedoen. Omdat hij door de kans op epileptische aanvallen gevoelig was voor flitslicht, zou hij, in tegenstelling tot veel andere deelnemers, niet op de dag van de fotosessie geïnterviewd worden, maar al eerder die week. Hij woonde bij mij ‘om de hoek’, dus als vanzelfsprekend ging ik op een dinsdagochtend naar hem toe en heb ik zijn verhaal aangehoord.

Ondanks dat hij bij mij in de buurt woonde, kende ik hem niet. Toen ik bij hem thuis was, zag ik ook wel dat dat eigenlijk niet kon: hij leek niet op de man op de vele foto’s die aan de muur hingen. Veertig kilo was hij aangekomen, door die rotziekte. Het had hem compleet veranderd. Ik was enorm onder de indruk van zijn verhaal, wat een ellende, maar ook: wat mooi dat hij met zijn vrouw en kinderen nog zo van het leven kon genieten. Wat straalden ze een rust en geluk uit…

Dummy

Eind september zat ik weer bij hem op de bank. Dit keer samen met Marina, de fotograaf van Open & Bloot. Het boek was bijna klaar, maar of hij er 1 november nog zou zijn – de dag van de boekpresentatie – was op dat moment nog maar de vraag. Met een dummy gingen we hem verrassen. Zo kon hij toch nog zien hoe het boek er ongeveer uit kwam te zien. Weer verliet ik onder de indruk de woning. Zo’n grote vent en zo emotioneel bij het zien van zijn foto’s en het lezen van zijn persoonlijke quote. De quote die we samen bedacht hadden, voor bij zijn verhaal. Een quote uit zijn absolute lievelingsfilmserie Rocky…

Surviver

1 november was hij nog best oké, bij de boekpresentatie zijn was helaas te veel voor hem, maar zijn vrouw was er en een paar dagen later berichtte ze me zelfs nog met goed nieuws over een stabiele situatie. 10 januari kwam het bericht dat hij begon met palliatieve zorg. Hij zou in slaap gebracht worden omdat het lijden niet meer draaglijk was. Op 11 januari overleed hij op 36-jarige leeftijd. Rust zacht. Familie en vrienden, héél veel sterkte. Wat een sterke vent en wat was er voor jullie een kracht nodig om hem te laten gaan. Voor altijd zal ik bij Eye of the Tiger van Surviver aan die grote kerel denken.

Nobody is gonna hit as hard as life. Winning isn’t about how hard you hit, it is about how much you can take…
– Rocky


Nabrander: het boek Open & Bloot is inmiddels alleen nog tweedehands bij de boekhandel te koop. Heb je toch interesse in aanschaf, stuur me dan een bericht. Ik heb nog een nieuw exemplaar (€14,50 incl. verzendkosten) liggen!

Ik heb toch spellingcontrole?

Iemand die een ander op spelfouten wijst, wordt al snel gezien als een muggenzifter. Maar wat als je, zakelijk gezien, de plank misslaat? Ik haal met dit stuk graag de volgende stelling onderuit: waarom iemand mijn tekst laten corrigeren, ik heb toch spellingcontrole?

Drie voorbeelden waarbij die controle absoluut hapert

  • Sommige woorden klinken hetzelfde, maar worden verschillend geschreven:
    We willen jou, onze trouwe klant, verassen! Verassen is cremeren … Wil je je trouwe klanten niet liever verrassen?
  • Woorden wel of juist niet aaneenschrijven maakt het verschil. Boeren op stand hebben vaak een landgoed. Bij een boerenopstand vindt men niet veel in ons land goed. Met een week menu huilt het tranen met tuiten, het menu van de week is het weekmenu. Kun je je voorstellen hoe vervelend het is als een lekbakje een lek bakje is?
  • Een rode streep onder een woord betekent niet dat het woord niet bestaat, het betekent dat je computer het niet kent. Neem de coronacrisis, eerlijk is eerlijk, wij kennen het ook liever niet. Schrijf je dat met een hoofdletter, dan is het Mexicaanse biertje uitverkocht. Ik kan me voorstellen dat ook dat als een crisis kan voelen.

Is het jouw tekort of heb je ogen te kort?

Voor de nieuwe folder of menukaart naar de drukker gaat, voor je brief naar al je klanten wordt verstuurd, voor je een offerteaanvraag van een potentiële grote klant beantwoordt: laat er even naar kijken door iemand met oog voor spelling. Kan ik iets voor je doen?