“Binnen het team lopen een aantal collega’s een beetje te tobben met de Nederlandse spelling. Wanneer een d, wanneer een dt, wanneer een komma, etc. Wil jij een keer bij ons langs komen om kort een opfriscursusje te geven?”
Bovenstaande mail trof ik aan in mijn mailbox. Een aanvraag naar mijn hart en ik ben inmiddels bij het bedrijf langs geweest. In kleine setting heb ik alles nog eens aan ze uitgelegd. ‘Ik heb dit op school gehad,’ aldus een van de deelnemers, ‘maar ik was er niet goed in.’ Mijn idee? Als kleine jongen vond hij spelling gewoon niet interessant.
Even opfrissen
Nu is die interesse er wel, immers, in een mailwisseling met een klant maken zij liever geen spelfouten. En grappig: nu blijven de regels beter hangen. ‘Opfriscursus? Ik hoor allemaal nieuwe dingen!’ verzuchtte iemand. Nu betwijfel ik dat, ik ben namelijk van mening dat iedereen de regels voorgeschoteld heeft gekregen, ooit. Maar als je niet inziet waar ze belangrijk voor zijn, dan sla je ze niet zomaar op.
Wedden?
Een paar weken na de opfriscursus krijg ik een bericht via WhatsApp. Er is een weddenschap binnen het bedrijf. Moet dat werkwoord nu met d, of dt. Ik geef niet direct het goede antwoord, maar vraag of ze het ’trucje’ al toegepast hebben. ‘Ja, ik zeg -dt,’ is het antwoord. Ze heeft gelijk én ze heeft gewonnen. Een fles wijn. Ze wil hem met me delen. Deze week ga ik weer bij ze langs. Om te proosten.
Heerlijk toch? Nu houd ik sowieso wel van een glaasje wijn, maar dit voelt als een overwinningsborrel.
Merk jij ook dat je het niet meer zo goed weet? Of kunnen meer mensen binnen het bedrijf waar je werkt wel zo’n opfriscursus gebruiken? Laat het me weten, dan plannen we een datum in! Benieuwd naar de mogelijkheden?
Precies drie jaar geleden schreef ik een blog over prikkeldraad. Nee, niet dat ijzeren spul, maar met twee handen iemands arm pakken, met de ene hand heel hard linksom draaien en met de ander rechtsom. Prikkeldraad doet pijn, zowel het ijzer als de symbolische variant.
Statistiek
Natuurlijk, elke ondernemer duikt zo af en toe in de statistieken van zijn website. De betreffende blog; Geef je arm eens belandde in 2018 in de top tien. In 2019, 2020 en tot nu toe in 2021 zelfs als blog bovenaan, direct na mijn homepagina. En dat is best gek. Maar weet je wat? Ik profiteer er maar van.
Expertise
Niemand anders heeft schijnbaar geschreven over iemand prikkeldraad geven. Dat maakt dat ik erop gevonden word. En met deze blog, houd ik dat in stand. Ik hoop natuurlijk dat mensen doorklikken. Kijken wat ik verder te bieden heb. Of ik wat voor ze kan betekenen. Misschien kijken bij mijn publicaties en gaan ze een boek van mij lezen. Vragen ze of ik voor ze kan bloggen. Niet over prikkeldraad -dat blijft mijn expertise- maar over hun vakgebied.
In haar nieuwe jurk zit Marion al sinds halfdrie klaar. Deze week heeft ze eindelijk bijpassende “muiltjes” gevonden. Ze kan er niet goed op lopen, maar het oog wil ook wat. Ongeduldig observeert ze de klok. Waar blijft iedereen? De knellende schoenen schopt ze onder tafel en op kousenvoeten sjokt ze naar de keuken voor een koud glas witte wijn. Het is kerst, ze mag zichzelf verwennen. De voorgesneden blokjes kaas legt ze op een schoteltje, samen met een paar olijven. Aan tafel doet ze haar schoenen weer aan. Ze horen nu eenmaal bij de kerstjurk. De wijzers lijken langzamer over de klok te wandelen dan normaal. Op haar laptop ververst ze het scherm en ineens plopt er een hoofd in. ‘Oma,’ roept Rens, haar kleinzoon van negentien. ‘Ben je daar eindelijk?’ Even is Marion in verwarring. Hoezo eindelijk, zij zat al twintig minuten ingelogd, in haar eentje. Dan ziet ze zijn guitige snuit en weet ze dat hij haar in de maling neemt. Ze glimlacht en steekt ondeugend haar tong naar hem uit. Een voor een verschijnen haar familieleden. Ze mist alleen haar zoon Koen nog. ‘Wat een mooie jurk, mam.’ Zoals altijd is Anouk de eerste die het ziet. ‘Dank je, schat. Ik zocht nog lang naar bijpassende schoenen.’ Niemand reageert erop. Ze ziet de lippen van haar zoon Christian bewegen, maar hoort niks. ‘Je mute-knop,’ lacht ze met handbewegingen die het euvel duidelijk maken. ‘Zo, zo,’ het is Rens die haar bewonderend aankijkt. ‘Dat je dat snapt, oma.’ Het is het eerste dat ze aan Henk, de instructeur bij Klik en Tik in de bibliotheek, gevraagd heeft. Of hij haar een uitgebreide ZOOM-instructie wilde geven, zodat ze precies begrijpt waar iedereen het op televisie over heeft. Henk merkte vrijmoedig op dat hij dacht dat ze om een zoeninstructie vroeg, de ondeugd. Ongemerkt kreeg ze er een kriebel van in haar buik. Haar zoon lijkt ook wel een sessie Klik en Tik te kunnen gebruiken. Gelukkig zegt Rens dat hij in de chat wel even uitlegt wat zijn oom moet doen. Ze ziet hem met twee vingers over het toetsenbord stampen, terwijl Christian gebiologeerd naar het scherm staart. ‘Proost,’ schalt ineens haar woonkamer in. Hij heeft de geluidknop gevonden. De wijnfles al eerder, aan Christians rode neus te zien. ‘Proost, jongen. Ik neem er een olijfje bij,’ Marion steekt er hoofdschuddend een in haar mond. In een oogopslag ziet ze dat ze de enige in haar gezin is met iets nieuws. Rens zit in een verwassen T-shirt en Christian lijkt in zijn pyjama te zitten. En wat in hemelsnaam heeft haar schoondochter Leonie aan? Ze strijkt vergenoegd over haar mouw. ‘Weet iemand waar Koen is?’ ‘Die is het vast vergeten, ik app hem wel even.’ Anouk pakt haar mobiel. ‘Ben je niet bij papa of mama, Rens?’ knoopt Marion intussen een gesprek met haar kleinzoon aan. ‘Nee, zit in quarantaine. Pauline is positief.’ Marion heeft geen idee wie Pauline is, maar durft het niet te vragen. De tijd dat Rens haar precies vertelt wie hij wel of niet leuk vindt, ligt jaren achter hen. Karel had er direct naar gevraagd, zo was hij. Maar Karel is er niet meer. Al vier jaar niet. Goed dat hij 2020 niet meemaakt, gaat ze met haar gedachten naar haar overleden man. Hij was onrustig geworden van al die regeltjes. Niks voor hem. ‘Ben je er nog, mam?’ Och hemel, ze heeft vast een vraag van haar dochter gemist. ‘Tuurlijk,’ laat Marion lachend weten. ‘Ik moest even aan je vader denken.’ ‘Nu nog? Mam, dat is al zo lang geleden.’ Ja, voor jou, denkt Marion wrevelig. Ik zit hier maar. Ze verveelt zich geenszins, sinds ze de wondere wereld bij Klik en Tik ontdekt heeft, maar toch is ze alleen. Elke dag een potje patience. Boodschappen laten bezorgen door de Plus. Skypen met haar zus in Canada, vaste prik op maandagmiddag vier uur. Dan is het bij haar zus tien uur ’s morgens en drinken ze samen een wijntje. Ze is blij dat het niet andersom is. Marion moet er niet aan denken, ’s morgens al aan de wijn. ‘Ach,’ komt ze terug op de sneer van Anouk. ‘Ik mis zijn gemopper, zo af en toe.’ Een extra blokje springt haar scherm in en Koen duikt op. ‘Ben je daar, jongen.’ Marions vaste uitspraak. Een retorische vraag, ze weet het. ‘Sorry, ik zat nog even in ZOOM met de schoonfamilie,’ grapt de vrijgezelle Koen. ‘Wat is dat nu weer voor smoes?’ grinnikt Christian.
Leonie geeft hem een elleboogje, waarmee ze met dezelfde beweging zijn wijnglas omgooit. Ze springen beiden overeind en beschimpen elkaar. Tumult in huize Christian.
Marion heeft ineens spijt dat ze hem gewezen heeft op de mute-knop. ‘Het geluid mag wel weer uit,’ zegt ze zo zacht dat niemand het hoort. Dan ziet ze dat Koen zich omdraait. Hij plaatst zijn hand te laat op de camera, in een poging te verbergen dat er iemand achter hem staat. Een glimp van twee vrouwenbenen vangt ze op. Ze glimlacht. Fijn, ze gunt Koen een leuke vrouw. ‘Koen has left the building,’ grinnikt Rens. En inderdaad, Koen lijkt verdwenen. ‘Die heeft het druk,’ knipoogt Marion naar haar kleinzoon. ‘Zag je het, oma?’ ‘Wat?’ vraagt Anouk. Iedereen zwijgt. De boel bij Christian lijkt ook weer in orde. Hij en Leonie zitten opnieuw bij de laptop en Christians glas is weer gevuld. ‘Waar is Koen gebleven?’ Leonies ogen speuren het scherm af. ‘Koen heeft wel iets beters te doen,’ rijmt Rens grijnzend. ‘Die jongen moet eens prioriteiten stellen,’ moppert Leonie. Dat is precies wat hij doet. Marion zegt het bijna hardop. ‘Iemand die zin heeft om even boodschappen voor ons te halen, straks?’ vraagt Rens. ‘Mam, jij? We zijn door ons fruit heen. En hebben ook nog niks voor het avondeten.’ ‘Dat weet ik nog niet hoor,’ moppert Anouk. ‘Kon je dat niet beter plannen?’ ‘Op Eerste Kerstdag?’ Marion kan haar tong wel afbijten. Valt haar nog mee dat ze niet direct een relaas krijgt over de mogelijkheden van nu, dat ze niet schamper roepen dat vroeger alles beter was. Vroeger was deze dag tenminste heilig. ‘Het is geen 1975 meer, oma,’ grapt Rens. ‘De moeder van Pauline zou dat toch doen?’ onderbreekt Anouk hem. Zij weet blijkbaar wie Pauline is. ‘Die is niet te bereiken. Ik wil een smoothie maken, goed voor de vitaminen.’ ‘Zijn jullie klaar met het doorspreken van de boodschappenlijst,’ grapt Christian. ‘Alsof jij niet zou mopperen, als de wijn op is,’ grijnst Rens. Leonie slaat haar man weer op zijn schouder. ‘Pas op voor dat glas,’ mompelt Marion. ‘Ben ik weer,’ zegt een breed grijnzende Koen. ‘Ik dacht, misschien kan ik met de deur in huis vallen. Jullie hebben haar nu toch al gezien.’ ‘Wie gezien?’ Leonie hoeft niet haar best te doen om onnozel over te komen. Koen draait zijn scherm bij en een blozende dame komt in beeld. Ze zwaait. ‘Dit is Tanja,’ hij slaat zijn arm om haar heen. ‘Dat is geen anderhalve meter, broer,’ buldert Christian. Marion ziet dat Rens grote ogen opzet. ‘Tanja?’ Ook Tanja verschiet van kleur en mompelt Rens’ naam. ‘Jullie kennen elkaar?’ ‘Tanja is Paulines moeder,’ roept Rens uit. ‘Geen wonder dat je geen tijd hebt om boodschappen voor die kinderen te halen,’ bijt Anouk Koens nieuwe vriendin toe. ‘Klopt,’ grijnst Tanja. ‘Lekker verantwoordelijk,’ mompelt Anouk. ‘Ik heb gewoon trek in een smoothie, mam. Je moet het drama niet verplaatsen,’ zegt Rens bijdehand. Tanja schiet in een onbedaarlijke lach. Marion sjokt naar de keuken voor een nieuw glas wijn. ‘Wat ga je doen, mam,’ hoort ze haar dochter vragen. Marion wuift dat ze zo terug is. In de keuken slaakt ze een diepe zucht. Aan de stemmen hoort ze dat haar gezin weer aan het kibbelen is. Leuk, zo’n ZOOM-kerst maar ze is er eigenlijk wel klaar mee. Ze kijkt nu al uit naar volgend jaar, dan is dat gesteggel er ook, maar dan in het echt, hoopt ze. Bovendien kan ze dan niet iedereen verstaan, simpelweg omdat daar de groep te groot voor is. Sterker nog: ze wíl niet eens alles horen. Ze neemt weer plaats bij haar laptop en proost met haar glas. ‘Proost, mam.’ Natuurlijk is dat Christian. Door het raam ziet Marion de man die zijn fiets tegen haar vensterbank stalt. Haar redding. ‘Kom maar snel een keer langs, Koen, met je Tanja. En jij ook, Rens. Neem je Pauline mee?’ Glimlachend neemt ze afscheid van haar gezin. Zowel Anouk als Koen verontschuldigt zich dat ze haar niet uitgenodigd hebben voor het avondeten. ‘Geeft niet jongens, ik vermaak me wel.’ ‘Het is toch saai, kerst vieren in je eentje,’ probeert Leonie. ‘Maar je wilde zelf niet komen.’ Nog voor haar bel door de woonkamer schelt, sluit ze het ZOOM-scherm af. Haar kerst kan beginnen. Ze opent de voordeur. ‘Hoi,’ zegt Henk enigszins verlegen. ‘Wat zie je er mooi uit, goeie schoenen ook.’ Ze geeft hem dankbaar een zoen op zijn wang. Onwennig, ze lijkt het wat verleerd. Henk veegt het verschrikt af. ‘Marion toch. Houd afstand!’ Hij knipoogt. ‘Hoe was het met je familie, gelukt met ZOOM?’ ‘Fantastisch,’ zegt ze zo enthousiast mogelijk. ‘Ik ben blij dat ik niet bij mijn zoon en schoondochter aan hoef te schuiven. Hij had hem al flink zitten en zij …’ ‘Schenk er maar een voor mij in,’ onderbreekt hij haar. ‘Mag ik?’ Ze keert hem haar wang toe, maar hij zoent haar ongegeneerd op haar mond. ‘Mijn dochter zegt altijd dat ik mijn kansen moet grijpen,’ buldert hij. ‘En Tanja kan het weten, die verslijt mannen.’ ‘Tanja?’ verschrikt slaat ze haar hand voor haar mond. Toch niet die date van Koen? ‘Vertel eens, je hebt toch geen kleindochter die Pauline heet?’
Kerst met de fam, gezellig is onlangs op papier verschenen in de decemberkrant van Hier! in de regio
Wat in mijn basisschooltijd nog netjes ’t kofschip heette, heeft door de verengelsing in de Nederlandse taal een metamorfose ondergaan. Het zeewaardige schip is getransformeerd tot een sexy fokschaap of zelfs tot een xtc-koffieshop. Faxen deden we immers niet dagelijks, in de jaren ’70.
Nooit van gehoord!
Boodschap blijft hetzelfde: pas je het ezelsbruggetje toe, dan maak je minder spelfouten. Toch is dat schip of schaap bij veel mensen een beetje in de vergetelheid geraakt. Laatst sprak ik iemand die er zelfs nooit van gehoord had. ‘Dat was er in mijn tijd nog niet,’ zei ze. Natuurlijk kon ik dat niet weerleggen: ik was er immers niet bij toen ze naar de basisschool ging. Maar aangezien het hulpmiddeltje al in schoolboeken van voor 1900 staat, lijkt het niet geloofwaardig. Zó oud kon ze niet zijn.
Opfrissen
Ezelsbruggetje of niet, je moet wel weten hoe je het moet toepassen. Dat kun je op diverse websites vinden, bijvoorbeeld op Beter Spellen. Heb jij behoefte aan een heldere uitleg? Meld je dan aan voor mijn opfriscursus spelling. In ongeveer twee uur behandel ik veelgemaakte missers en leg ik uit hoe het wél moet. Een opfrisser voor iedereen die minder spelfouten wil maken.
Een van mijn båeste vriendinnen is dat al sinds de basisschool. Zij is een cijfermeisje, ik ben meer van de taal. En zo hoorde ik haar ooit vertellen dat ze zich niet kon herinneren dat wij op school geleerd hadden over ’t Kofschip. Terwijl ik die les juist altijd onthouden heb!
Moraal van dit verhaal?
We hebben allemaal les gehad in spelling en grammatica. Hoe kan het dan dat de een er goed in is terwijl bij de ander alles naar de achtergrond verdwenen is? Interesse! De vriendin is hoofd financiën geworden, ik schrijver. En dat zat er kennelijk al vroeg in.
Taalnazi
Laat ik vooropstellen: ik ben géén taalnazi. Ik haal graag mijn rode pen door andermans teksten, maar zal nooit iemand in het openbaar op een taalfout wijzen. Sowieso niet ongevraagd. Ik zie de foutjes wel, maar zeg er niet snel wat van. Anders is dat natuurlijk in mijn werk. Als je mij vraagt je tekst na te kijken, ga ik maar wat graag aan de slag. Terugkomend op de kop van dit artikel: taalnazi’s zijn dus vervelend omdat ze ongevraagd hun wijsheid rondstrooien. En niemand wordt graag bekritiseerd.
Aan de andere kant …
Laten we het omdraaien. Ik wijs je niet op je fouten, maar leg gewoon uit hoe het moet. Hoe? Door je een van mijn workshops te laten volgen. Kersvers ontwikkeld en onlangs uitgeprobeerd op de eerste groep: de opfriscursus spelling. Niet omdat ik het beter weet, maar omdat jij graag minder spelfouten wil maken. En daar help ik je graag bij.
23 mei 2019
Opfriscursus Spelling | gaat definitief door – aanmelden kan nog | 19.30-21.15 uur | Bits workspace | Roelofarendsveen | €32,50 (incl. btw)Aanmelden kan per mail.
Komt bovenstaande datum niet uit maar heb je wel interesse? Stuur mij een berichtje! Voor bedrijven: deze training is ook incompany beschikbaar.
‘Ik ga straks een presentatie over mijn bedrijf geven,’ zei hij tijdens een netwerklunch. ‘Leuk, wat ga je allemaal vertellen?’ ‘Weet ik eigenlijk nog niet. Ik heb niks voorbereid.’ ‘Oh, dat heb ik ook ooit eens zo gedaan, dat is geen aanrader!’ ‘Maak jij me even zenuwachtig…’
Paybacktime
‘Video is de toekomst,’ begon hij zijn presentatie. ‘Het gaat tekst helemaal vervangen.’ Er werd schuin naar mij gekeken, op dat moment de enige tekstschrijver in het gezelschap. ‘Nou, daar sta ik dan,’ merkte ik schamper op. ‘Ik kan mijn bedrijf wel opdoeken.’ Ik had wat lachers op mijn hand. Het niet voorbereide gesprekje werd afgesloten met een daverende showreel. Oké, hij had wel een punt.
Zonder tekst?
‘Maar voor die video’s moet nog steeds een script geschreven worden,’ zei ik na afloop licht verontwaardigd. Gespeeld natuurlijk, want dat tekst en beeld elkaar vooral aanvult wist ik uiteraard wel. Het was het begin van een samenwerking. Hij maakte een prachtvideo van mijn bedrijf, ik ga binnenkort zijn blogs redigeren. Want daar is hij gelukkig toch over uit: leuk die video’s, maar een website kan niet hélemaal zonder tekst.
Met twee handen iemands arm pakken, met de ene hand heel hard linksom draaien en met de ander rechtsom. Ken je dat nog? Het is het eerste wat in mij opkomt, als ik aan ‘prikkeldraad’ denk. En pijn dat het deed!
Nietsvermoedend
Een kinderspelletje. Nu zijn er hele psychologische theorieën over waarom kinderen elkaar pijn doen. Zo kan het zijn dat het kind niet weet hoe het voor zichzelf op moet komen, dat het zich afreageert of zijn emoties niet onder controle heeft. Ook is er een theorie die zegt dat het kind gewoon wil spelen, maar niet weet hoe het moet. Of dat het zich niet gezien voelt. Nou, ik kan je wel vertellen: prikkeldraad kreeg je “in mijn tijd” gewoon voor de lol. ‘Geef je arm eens?’ Nietsvermoedend stak je één keer je arm toe. Lachend liep de dader snel weg, nadat hij eerst je arm even lekker gemolesteerd had. Vervolgens liet je het wel uit je hoofd om nog een keer je arm te geven, als men erom vroeg.
Ik geef je …
Maar nou vraag ik me af, noemden wij dit ‘onschuldige’ spelletje bij mij in de omgeving prikkeldraad, of is het algemeen bekend? Is er ooit iemand geweest die een stukje prikkeldraad zag en dacht: dat ga ik eens nadoen, op mijn zusjes arm of zo. Als ik zoek op Google, kom ik niet veel verder. Eén hit op ‘iemand prikkeldraad geven’.